Swing Wespelaar is alweer toe aan zijn tweede dag. De programmatie is top, en de ook de zon is volop van de partij. Wat kan een mens zich nog meer wensen op een zaterdag. Van bij het vroege aanvangsuur was het festival plein volgelopen. We bemerken, en dat was ook vrijdagavond wel het geval, heel wat Nederlanders tussen het publiek. Niet onlogisch, want onze Noorderbuur Ralph De Jongh mocht als eerste zijn instrument inpluggen. Vaak is dit een ondankbare taak, maar niet voor een doorwinterde bluesartiest als Ralph De Jongh. Hij won meerdere keren de Dutch Blues Challenge en heeft inmiddels 13 cd op zijn palmares. Anno 2016 verschenen zelfs liefst twee dubbelalbums, met ‘Live at De Noot’ en de nieuwe studiorelease ‘Lonesome Man, Ocean Of Love’. Ralph putte dus waarlijk heel wat songs uit zijn laatste cd. Hij switcht vlotjes van zijn stoel, waar hij met zijn dobro hemelse Mississippi blues tevoorschijn tovert in ‘Let Me Look In Your Eyes’, naar zijn staande microfoon om ons daar te overrulen met knappe bluesrocktunes in ‘Perfect Day’ en het duivelse en swampy ‘Burning Flame’. Blootvoets was het Ralph De Jongh Trio met zijn muzikale veelzijdig een meer dan waardige openingsact. Net zoals zijn versies van ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’, ‘I Believe I’m Going Back Home’ van Elmore James en John Lee Hookers ‘Crawlin’ Kingsnake’.
Chris Bergson is hij al jaren een gevestigde waarde in de New York blues en jazzscene. Sinds vorig jaar toert Chris onafgebroken om zijn nieuwe plaat ‘Live at Jazz Standard’ te promoten. Het album prijkte vorig jaar op nummer drie in Mojo’s Blues Albums of The Year. Het nummer ‘The Only One’, met vocalist Ellis Hooks, kreeg zelfs een eervolle vermelding in het blues jaaroverzicht van Paul Jones op de BBC. Chris Bergson is inmiddels ook ingewijd in de New York Blues Hall of Fame. Bergson is een uitstekend gitarist met een zuidelijk accent. De single ‘The Only One’ mocht hier alvast de gelederen openen. Voor zijn Europese concerten wordt Chris bijgestaan door de Franse musici Pat Machenaud (drums), bassist Philippe Dandrimont en Philippe Billoin op toetsen. De interacties zijn dan ook navenant. Een wenk of knipoog van Bergson is vaak voldoende on een volgende song in te zetten. Hij bezorgde ons ook een ongekende hoeveel kippenvel met nummers als ‘The Only One’, het Delta blues geïnspireerde ‘Heavenly Grass’ en de bluesrocker ‘Greyhound Station’. Als afsluiter deed Chris ons nog even watertanden met ‘Rain Beatin’ Down’.
De eerste kleurling op zaterdag was Big Daddy Wilson. Hij werd geboren in het kleine stadje Edenton, North Carolina. Van de pakweg 5000 inwoners zijn er 55% Afro-Amerikanen waarvan liefst een vierde hiervan onder de armoedegrens leven. Wilson werd er opgevoed door zijn moeder en zijn oma. Na het harde labeur op de tabaksplantage ging de familie elke zondag naar de kerk. Het was daar dat Wilson werd geïnspireerd door de gospelmuziek. Op zijn 16de vervoegde hij het Amerikaanse leger en werd gekazerneerd in Duitsland. Daar ontmoette hij de liefde van zijn leven en bleef er als het ware plakken. In Swing Wespelaar werd Big Daddy Wilson bijgestaan door de Italiaanse band Morblus’. Vooral de uitstekende gitarist Roberto Morbiou maakte indruk. Al lieten Daniele Scala (Hammond orgel), Stefano Dallaporta (bas) e drummer Nicolo Taccori zich hier ook niet onbetuigd. Wilson hield het vaak bij zijn innemende bongo percussietunes. Voor het zeldzame en boogie begeesterde ‘Thumb A Ride’ omsnoerde Wilson heel even zijn one-string gitaar’. Al kond ook de titeltrack van zijn nieuwe album ‘Time’ ons wel bekoren. Net zoals het innemende ‘Dead End Road’, het gospel gevoelige ‘Drop Down’ en de love song ‘I Wanna Be Your Man’. En ja, ook wij houden van Big Daddy Wilson sound.
Hoogtijd om het enige vrouwelijk gezelschap die op zaterdag was geprogrammeerd aan een losgeslagen meute voor te stellen. Deze jonge bluesdiva komt uit North Carolina en met haar bezwerende rootsrock en rock-‘n-roll sound bezorgt ze je als het ware een fikse whiplash. Hill en band toeren haast onafgebroken de wereld rond, en promoten sinds vorig jaar het schitterende album ‘Heavy Hearts Hard Fists’. Hills stem is zoet, met net dat vleugje en haveloze schurend en roestige timbre. En die klankkleur vind uiteraard leuke interacties met Matt’s -vaak Eddie Cochrans- geëlektriseerde gitaarlicks. De show is een mixture van soul gedrenkte nummers zoals ‘Her Destination’ en SUN Studio gearomatiseerde rock-‘n-roll. Of wat dacht je Chuck Berry’s cover ‘Sweet Little Rock And Roll’, ‘Let Me Tell You Bout’ en het Chicago gekruide ‘Trouble’. Uit het debuutalbum serveerde ze mateloos het geweldige nummer ‘Love Got A Man’. Schitterend!
We zijn nog maar partieel bekomen of daar is Jason “Moon Cat” Ricci. Deze populaire mondharmonicavirtuoos pakte al even moeiteloos Swing Wespelaar in als dat hij gekomen was. Met zijn polariserende krachtige tunes is hij zowel revolutionair als invloedrijk. Zijn bijnaam of straatnaam Moon Cat gebruikte Jason in Nashville en New Orleans om aan enige politie detectie te ontkomen. Jason heef nu zijn haar geblondeerd, dus hij houd blijkbaar wel van een kleurtje. Jason groeide op in Portland, Maine maar verhuisde in 1995 naar Memphis, TN waar hij op 21-jarige de Sonny Boy Blues Society contest won. Sindsdien gaat het crescendo met zijn muzikale carrière en registreerde in datzelfde jaar zijn zelf titelend debuutalbum. Vorig jaar had Jason samen met JJ Appleton het album ‘Dirty Memory’ boven de doopvond gehouden. Na een exploderende instrumentale openingsintro komt meteen de song ‘I’m A New Man’ ons vergenoegen. Voor Lou Reed speelde hij het gevarieerde ‘Walk On The Wild Side’ dat ons leidde naar het zwaarbeladen ‘Hip Shake’. Ricci bouwt zijn set zorgvuldig op en raast door een aantal climaxen heen. Tijdens het funky New Orleans geënthousiasmeerde ‘I’m Too Strong For You’ berookt Jason zijn bandleden met zijn elektronische sigaret. Welke smaak hij inademt willen we hier eigenlijk niet weten. Na de kick ass jam van ‘Something Just Arrived’ komt Jason Ricci zijn set beëindigen met het korte maar krachtige ‘I Think You’re Freaky’.
Who’s freaky….. Filip Le Roy ?
Net voor het concert van Chicagoan Toronzo Cannon werden we getrakteerd op een fikse regenbui. Maar dat kon de pret hier in Wespelaar niet meer deren. Toronzo Cannon groeide op in de schaduw van de Chicago Bluesmekka. Theresa’s Lounge had hierdoor een blijvend effect op Toronzo. Als kind absorbeerde hij de rauwe en soulvolle klanken van legendes zoals Junior Wells, Buddy Guy en Muddy Waters. Al deze educatieve gebeurtenissen leidde naar zijn eerste vingerzettingen op gitaar. Sterk geïnspireerd door de drie Kings (Albert, B.B. en Freddie), Jimi Hendrix en de ‘70 R&B en soultunes, creëerde Toronzo al snel een eigen sound. In die periode ontwikkelde hij naast zijn powervolle en gospelgetinte vocale stijl ook een uitermate opwindende podiumprésence. Na het album ‘My Woman’ uit 2007, was en vier jaar later ‘Leaving Mood’ en ‘John The Conquer Root’ uit 2013 op het genormeerde Chicago blues en jazz label Delmark Records. Dit jaar kreeg Toronzo de kans op het major blueslabel Alligator Records het album ‘The Chicago Way’ te registreren. We kregen hier dan ook een uitgebreide bloemlezing uit deze laatste release. Het funky ‘Midlife Crisis’ en het Chicago geëlektrificeerd ‘Mrs From Mississippi’ werd ingevolgd door het nummer ‘Trying To Live My Live’ van Otis Clay’ en het soul geïncludeerde ‘Fine Seasoned Woman’. Toronzo Cannon pakte alweer moeiteloos een festival in.
Ondanks het regenweer genoot een volgepakte plein van een uitmuntende zaterdageditie, die bol stond van pluriformiteit en uitschieters.
Tekst & Foto’s: Philip Verhaege
More pictures soon online…