Om een schitterend drieluik in amper 4 dagen -na de Otis Taylor en Popa Chubby concerten – af te ronden, trokken wij dinsdagavond naar een uitverkochte AB voor de Steve Miller Band. Steve Miller opende zijn Europese luik in London, maar gelukkig vond hij ook een gaatje in zijn kalender om onze hoofdstad alle eer aan te doen. Twee jaar was het geleden dat ‘The Space Cowboy’ de Lotto Arena op zijn grondvesten deed daveren . Waar is de tijd gebleven dat Boz Scaggs en zelfs de betreurde mondharmonica speler Northon Buffalo, Millers band vervoegden. Lang vervlogen tijden. Maar zijn muziek klinkt ook na vanavond nog steeds fris, opwinden en vooral tijdloos.
Het doek van de ‘The Space Cowboy’ valt letterlijk en figuurlijk in een volgepakte concertzaal. Supersonische geluiden en flipperkast tunes doorspekken meteen de toch wel wat oudere menigte. Steve Miller -met inmiddels heel wat grijze haarlokken- opent sterk met het riffgedreven‘Jungle Love’, om naadloos ‘Take The Money And Run’ op zijn uitzinnige fans te vuren. Meteen wordt ook duidelijk dat Steve nog steeds uitstekend bij stem is. En met Gordy Knudtson (drums), Kenny Lee Lewis (gitaar), Joseph Wooten (Keys), Jacob Petersen (bas) en backingvocalist Sonny Charles heeft Miller meer dan een degelijke backing achter zich weten te scharen. Het nummer ‘The Stake’ herbergt zowaar Z.Z. Top arrangementen, maar tijdens een eerste redevoering met zijn fans, wordt de partituur op de podium geschoven. Iedereen kent blindelings de tekst, maar blijkbaar laat Steve zijn geheugen hem soms wat in de steek. Jawel, zijn grootste en laatste pophit uit 1928 ‘Abracadabra’ knalt door de woofer. Met een lichte reggae ondertoon klinkt de megahit eigentijds en opgefrist. Het publiek lust er overduidelijk wel pap van.
Uit zijn eerste album kenmerkt ‘Mercury Blues’ zich door heerlijk en zuiver gitaarwerk. De schitterende verlichte en geprojecteerde oorschelpen op de achtergrond geven een extra dimensie en dragen bij tot enige draagkracht op het sobere podium. De best wel grappige en lenige Sonny Charles mag zijn muzikale kwaliteiten etaleren op de sexy uitvoering ‘Further Op On The Road’ van Bobby ‘Blue‘ Bland, origineel uit 1957. Sonny, in de jaren ’60 bandlid van het soulcombo Checkmastes, kan als geen ander het publiek opjutten. Uit het 8e album ‘The Joker’ waande het funky getinte ‘Shu Ba Da Du Ma Ma Ma Ma’ wel degelijk aan tot enige danspasjes. Maar een welgekomen verademing was de James Bond twist ‘All Your Love’ (I Miss Loving) vertolkt door een alweer glinsterend Sonny Charles. Op ‘Cal Cal Calculator’ werd de wha-wha pedaal gelukkig ingetogen gehouden. Rustig opbouwend en naar een heuse climax toegroeiend, dat is wel degelijk Steve Millers handelsmerk. Net als de handklappende,meerstemmige en begeleide soul classic ’Ooh Poo Pah Doo’. Dat Miller nog steeds heel wat blues door zijn aderen heeft stromen wist hij te bekrachtigen met ’I Just Got Back From Texas’. Ingekleurd met ultieme solo’s wordt nogmaals duidelijk dat Steve een indrukwekkend stemgeluid voor de dag legt.
De op hol geslagen rocker ‘Sugar’ Babe’ staat dan niet zo heel vaak op de playlist, maar de heren waren wel zo vriendelijk om dit daadwerkelijk kracht bij te zetten. Na het hoogmoedige ’Serenade From The Stars’ was het tijd voor een solo- en akoestisch ogenblik. Gezeten op een barkruk waren het intieme ‘One For The Money’, de Johnny Guitar Watson cover ‘Gangster Of Love’ en het country folk beïnvloede ‘Dance, Dance, Dance’ welgekomen afwisselingen. Na deze triptiek was ‘The Window’ een knappe jamsong met harmonieuze arrangementen. Met ‘Fly Like An Eagle’, dat zich net zoals op het album kenmerkt met spacy toestanden die al even snel overgaan in de klassieke rocksound, was het moeilijk om onbewogen te blijven. Samen met ‘Jet Airliner’ en ‘Rock’N Me’ overduidelijk de ‘goosebumps’ van de avond.
Voor Steve Miller er na twee uur de stekker definitief uittrok, zou er natuurlijk ook nog een bisronde volgen. En hij had nog wat ‘coins’ over voor zijn jukebox. Na het ongerepte ‘Let’s Dance’, en dat is wat wij nu met zijn allen deden, werd een vertekende versie van ‘Space Cowboy’ ingezet. Of dit alles niet aan spankracht had ingeboet ? Wel neen, de intensiteit die de band activeert overspant de kroon. Steve Miller heeft na al die jaren het status van een pop en rockicoon opgebouwd.
Toen ik na het optreden ook nog een praatje kon slaan met Steve Miller (dampend met een dikke Havana sigaar) en na het handtekenen van mijn cd’s, reed ik als een dolgelukkig kind huiswaarts.
Steve Miller, de perfecte schoonzoon….
Phil.
(Met dank aan Luc Stiens, Alfons Maes en Keys & Chords voor de foto’s)
Mariëlla Tirotto:
Leuk geschreven stuk!