tekst: Ivan van Van Belleghem & Philip Verhaege – Foto’s © Philip Verhaege
32ste Chicago Bluesfestival, Grant Park Chicago, 12 – 14 juni 2015
Wat betreft de weersomstandigheden is de 32ste editie van het Chicago Bluesfestival het grilligste geweest van alle festivals die wij persoonlijk meemaakten. Het Chicago Bluesfest, zoals het festival gemeenzaam wordt genoemd, startte in druilerige, frisse, zeg maar koude omstandigheden om ’s anderendaags om te slaan in snikhete temperaturen met een flink onweer er bovenop. De derde festivaldag verliep dan weer schitterend en zonnig. Het thema van het festival was dit jaar ‘Celebrating the Centannials of Muddy Waters & Willie Dixon’. De onlangs overleden B.B. King deelde eveneens in de festiviteiten. Het ganse gebeuren werd verdeeld over vijf podia, namelijk de Windy City Blues Society, The Jackson Mississippi Rhythm and Blues Stage, Budweiser Crossroads, Pepsi Front Porch en de Petrillo Music Shell.
Vrijdag 12 juni 2015
De ukken van Stone Academy stoorden zich niet aan de druilregen en zongen op de Pepsi Front Porch onder de deskundige leiding van Eric Noden en Katherine Davis op een aandoenlijke manier nummers als ‘Tiger Rag’ en ‘I Ain’t Superstitious’ Wij trokken vandaar naar de Budweiser Crossroads stage waar Quintus McCormick een smeltkroes van soul en blues presenteerde. Hij besloot om zijn optreden te beëindigen met een hulde aan Muddy Waters onder de vorm van het funky ‘Got My Mojo Working’. Op het Jackson, Mississippi podium was Scott Albert Johnson, zelf afkomstig uit Jackson, Mississippi, aan een rockende set bezig met nummers als ‘Husband’s Lament’.en deed daarbij een geluidsbox luidruchtig knallen. Vandaar ging het opnieuw naar de Pepsi Front Porch waar twee ijzersterke acts elkaar opvolgden. Eerst hadden we Studebaker John and The Maxwell Street Kings. Studebaker (zang, harmonica en slide gitaar) kreeg backing van Rick Kreher (gitaar), Bob Halaj (bas) en Steve Cushing (drums). We vergaten de kou helemaal en konden ons opwarmen aan ‘She’s All Right’, ‘When They Played The Blues’, opgedragen aan de oude meesters, ‘Kingsville Jukin’’, een ode an Big John Wrencher en ‘Cold Black Night’, voor Peter Green, ‘Fine Cadillac’ en ‘I Am The Houserocker’. We zijn dan voor de Pepsi Front Porch blijven staan want ook Andy T. en Nick Nickson waren zeer de moeite waard. Op hun sterke set stonden nummers zoals ‘Love At First Sight’, I Got A Woman’, ‘Drink, Drank, Drunk’ de titelsong van hun vorige cd, die net als ‘Livin’ It Up’ werd geproducet door Anson Funderburgh. Daardoor hebben we weliswaar de viering van honderd jaar Honeyboy Edwards op het Windy City Blues Society podium gemist, maar op een festival zoals het Chicago BluesFest. moeten er dan ook keuzes worden gemaakt. Op het Jackson Mississippi podium was John Primer de act van de dag met in zijn band niemand minder dan Johnny Iguana. Primer was sterk op dreef en baande zich een weg op slide gitaar met nummers zoals ‘Call Me John Primer’. Hoog tijd om ons naar het hoofdpodium, de Petrillo Music Shell te begeven, want daar volgen we graag de gebeurtenissen vanaf het ogenblik dat het Amerikaans volkslied weerklinkt. Zora Young opende sterk en ze deed ons erg aan Aretha Franklin denken met songs als ‘Baby, Baby, Baby, I Love You’. Clarence Carter is al van bij zijn geboorte blind maar dat neemt niet weg dat hij gitaar speelt en enkele ‘millionsellers’ als ‘Patches’, Slip Away’ en ‘Too Weak To Fight’. Al vertoonde zijn stem wat meer barstjes dan in zijn glorie periode, toch hebben we van Clarence Carter genoten. Hij dolt grapt en verteld sexy praatjes. Ook wij genieten, net zoals een volgepakt plein, met volle teugen. Het kon hem zelfs niet deren dat zijn gitaar even buiten de tune was gestemd. Afsluiter van de eerste festivaldag was Syl Johnson, de jongere broer van Jimmy Johnson. Syl Johnson is in de eerste plaats een soul zanger en hij liet zijn krachtig stemgeluid over het festivalterrein schallen met zijn aloude hits zoals ‘Come On Sock It To Me’, Different Strokes’ en zijn versie van Al Green’s ‘Take Me To The River’. Op het einde steekt hij zelfs zijn liefde voor de bluesrap niet weg, en trakteerde zijn publiek op een bloemlezing.
Zaterdag 13 juni 2015
Lag het zwaartepunt op vrijdag aan de Pepsi Front Porch Stage, dan was dit op zaterdag voorbehouden voor de Budweiser Crossroads Stage. We zijn daar drie concerten lang blijven zitten en dat hebben we ons niet beklaagd. De ochtendkoude van vrijdag had plaats gemaakt voor gevoelig warmer weer, lees 27 graden, al was de vochtigheidsgraad vrij hoog. Op het Budweiser podium opende het jeugdige trio Jamiah On Fire and The Red Machine. Zij werden zonder meer de revelatie van het festival en een staande ovatie werd hun deel. Het trio is samengesteld uit Jamiah Rogers (zang en gitaar, 19 jaar en zoon van Tony Rogers, een gitarist uit Chicago, die ook optreedt als hun manager), Jalon Allen (drums, 15 jaar) en Kenyonte Dilworth (bas, 12 jaar). We zagen dit powertrio twee jaar terug aan het werk op het Millennium podium en ze hebben sindsdien nog aan maturiteit gewonnen. Dit optreden was ronduit schitterend. Ze brachten vooral tracks uit de recente release ‘Winners Never Quit’ en uit hun debuut cd ‘ Winners Never Quit’, zoals ‘Play For You’ en het aan Jimi Hendrix herinnerende ‘When Will It Happen. Dit trio staat te springen om naar België te komen en je kunt ze bereiken op tel. 001-312-810-2657 of op ilovemusic4@hotmail.com en nogmaals: de grote revelaties van het jongste Chicago BluesFest. We waren nog niet van de emoties bekomen of daar stond Marquise Knox al op het podium. Hij is ook amper 24 jaar oud (wie zei daar dat er in de blues geen aankomende jeugd is?) en opende sterk met ‘How Many More Years’. Hij dook het publiek in en vervolgde met onder meer ‘Let The Good Times Roll’, Hoochie Koohie Man’. Eveneens een sterk optreden dat werd beëindigd met de vraag ‘Can A Young Man Play The Blues’… De jonge Mississippi bluesman Jarekus Singleton is ook nog steeds twintiger, maar hij lijkt mij meer macho geworden dan toen ik hem voor het laatst zag optreden. Hij maakt muzikaal heel wat vorderingen enn met brandbommen en originele melodieën uit zijn veelgeprezen ’Refuse To Lose’ ce op Alliator Records is dit een grote klasbak. Op zijn setlist staan niet stuk te krijgen nummers zoals ‘Gonna Le Go’, ‘Keep Pushing’ , en ‘I Refuse To Lose’. Wat voral zal bijblijven is zijn versie van ‘Suspicion’ en het funky ‘Gonna Let It Go’ dat werd bedekt met emotionele akkoorden uit ‘Crime Scene’ en ‘Keep Pushin’. Nog even halt gehouden bij de Pepsi Front Porch want daar waren The Casbox Kings ook al in goede doen. Zij deden het swingen met ‘Holding Court’. Er was inderdaad een ‘Party Going On’. Op de Petrillo Music Shell stal Toronzo Cannon de show door zich midden in het publiek te mengen. Hij heeft net een contract bij Alligator Records ondertekend en misschien gaf dit hem vleugels om met een denderende show uit te pakken. In een vlekkeloos wit pak bracht hij songs als ‘John The Conquer Root’ en ‘Sweet, Sweet, Sweet’. Bracht Toronzo moeiteloos boeiende verhalen met songs als ‘Walk It Off’ en ‘Cold World’ en speelde Jimi Hendrix gewijs met zijn tanden. De blues is met zo’n rasartiesten verzekerd in Chicago. Benieuwd wie Toronzo Canon op zijn festivalaffiche durft plaatsen anno 2016. Als tweede act op de Petrillo Music Shell stond Taj Mahal geprogrammeerd, maar die had wegens ziekte afgezegd. In zijn plaats kwam Shemekia Copeland en dit was uiteraard ook niet mis. Niettegenstaande enige vorm van corpulentie valt waar te nemen in Shemekia een mooie en lieftallige verschijning en ze heeft een stem als een klok. Ze kon dit ten volle bewijzen op songs als ‘Ain’t Gonna Be Your Tattoo’, ‘Mississippi Mud’ en ‘I Ain’t Going Back To Memphis’. Verder straalt Shemekia in de zanderige ballade ‘Married With The Blues’ en het groovy mid-tempo ‘Dirty Water’. Om haar vader te eren bracht ze het ontroerende ‘Ghetto Child’. Hoewel het nummer bijna 50-jaar oud is omgord Shemekia het slot a capella en brengt zo de menigte moeiteloos in verroering. Op het einde van haar optreden vielen de eerste regendruppels wat uitmondde in een onweer. Het optreden van Buddy Guy begon dan ook met een klein half uur vertraging. Met een indrukwekkende portred van B.B. King mocht Buddy Guy zijn plaatst op het podium innemen. Buddy was gehuld in een jumpsuit en honkbalpet uit zijn eigen Legends bluesclub. Hij opende sterk met zijn signaturensong ‘Damn Right, I’ve Got The Blues’ en het verwachte gitaar vuurwerk. Het hoogtepunt was het eerbetoon aan de koning van de blues met ‘Sweet Sixteen’. Helaas herviel Buddy al snel in zijn oude gewoonte om ons nog eens kennis te laten maken met de songs die hij zo graag aanboord. Korte introducties van ‘Boom Boom’ van John Lee Hooker, ‘Strange Fruit’ van Cream en Hendrix tunes knalden door de woofer. Gelukkig kon Marty Sammon de boel wat opfrissen met zijn Hammond op het funky ingeklede ‘Ferver’. En zorgde de ballade ‘Skindeep’ nog voor een zeldzaam hoogtepunt. Buddy Guy speelde door een zware stortbui heen, en misschien waren wij vandaag wel getuige dat de bluesfakkel onofficieel werd doorgegeven. Shemekia en Toronzo het weze jullie gegund !
Zondag 14 juni 2015
En, ja hoor, de derde en laatste festivaldag kon onder een stralend zonnetje worden afgewerkt, maar wel onder dorstige omstandigheden. We hadden opnieuw post gevat voor het Budweiser Crossroads podium en alweer mochten we van een paar schitterende shows genieten. Om te beginnen Chick Rodgers. Deze knappe dame is afkomstig uit Memphis, Tennessee en heeft een zuivere en mooie stem. Het ontbreekt haar evenmin aan podiumvastheid. Chick Rodgers kreeg menig open doekje voor nummers als ‘A Change Is Gonna Come’, ‘I’m A Woman’ en ‘Respect Yourself’. Holle Thee Maxwell heeft het patent op grappige bindteksten. Ze laat dolt graag met haar publiek en laat ze dan ook graag lachen. Ze is in ieder geval een rasartieste en bewees dit met songs als ‘You Make Your Move Too Soon’ en bloedstollend mooie versies van ‘God Bless The Child’ met een perfect imitatie van een dronken Billie Holiday, en ‘I Can’t Stand The Rain’ origineel van Ann Peebles. Zondag speelde er zich op de Pepsi Front Porch nog een hoogtepunt af, namelijk het Heritage Blues Orchestra met Bill Sims Jr. (zang, gitaar), Junior Mack (zang, gitaar), Chaney Sims (zang) en special guest Matthew Skoller op mondharmonica. De familie Sims brachten een fantastische show met als hoogtepunt het onweerstaanbare ‘Get Right Church’. De band werkt momenteel ook keihard aan een tweede album, en Bill vetrouwde ons de avond ervoor op een gezellig terras, dat reeds een 7-tal songs zijn ingeblikt. We kregen een aantal nieuwe songs te horen, en het beloofd opnieuw een knaller van een release te worden. We haastten ons vervolgens naar de Petrillo Shell toe voor de finale van dit weerom geslaagde festival. Billy Branch mocht in zijn schitterend blauw witte pak eerst opdraven met Eddy Clearwater in zijn zog. Daarna volgden twee totaal spektakels om U tegen te zeggen. Het eerste schitterende spektakelstuk was geweid aan Willie Dixon en hier werd de klus schitterend geklaard door ceremoniemeester Billy Branch, Keshia Dixon (vocals op ‘I‘ Reday‘), Tomiko Dixon (vocals op ‘My Babe‘), Bobby Dixon (piano en zang op ‘Seventh Son‘), Freddie Dixon (bas), Alex Dixon, Cash McCall, Sugar Blue, John Watkins en Andrew Blaze Thomas. Om beurt verzorgde ze een song uit het Dixon repertoire. En was vooral de kleine Leila die de show zou stelen, toen ze een nummertje kwam meezingen met Alex Dixon op ‘Let Me Love You, Baby’. Tussendoor kwam Cash McCall ‘I Just Want To Make Love To You’ performen en bracht John Watkins een schitterende versie van ‘The Same Thing’. Het hoogtepunt was weggelegd voor de herstellende Eddie C. Campbell, bijgestaan door Barbara Mason in een ontroerende vertolking van ‘Spoonful’. Sugar Blue mocht op zijn beurt ‘Little Red Rooster’ presenteren. Als slot werd iederen het podium opgetoverd voor de apotheose met de knaller ‘Wang Dang Doodle’.
De Dixon familie and friends maakten vervolgens het podium vrij voor het slotspektakel. Maar eerste mocht Mud Morgenfield eerst nog een Award in ontvangst nemen voor diens vader rijkelijke carrière. Dan maar op naar de Muddy Waters Centennial Tribute beroep featuring Bob Margolin (gt), Mud Morganfield (vocals) , Big Bill Morganfield (gt, vc), John Primer (gt), Rick Kreher (gt), Bob Stroger (bas), Kenny ‘Beedy Eyes’ Smith (drums), E.G. McDaniel (bas), Barrelhouse Chuck (piano) en harpblazers Jerry Portnoy en Paul Oscher. Wat een geweldige en nooit geziene line-up ! Iedere voornoemde artiesten gaf het beste van zichzelf en het werd een onvergetelijke finale. Reikhalzend werd gegrasduind uit het repertoire van Muddy Waters die om half tien klokslag ten einde was. Het publiek schreeuwde om meer, maar was er aan voor de moeite. Wij gingen in de zwoele zomeravond van Chicago nog op zoek naar en terrasje om nog wat na te kaarten over dit schitterende festival en we vonden er nog eentje ook…See you next year, Windy City !
tekst: Ivan van Van Belleghem & Philip Verhaege – Foto’s © Philip Verhaege