Seasick Steve (Support Act: Prinz Grizzley)
Koninklijk Circus, Brussel
23 november 2018
Tekst en Foto’s: Philip Verhaege / Liam Jordan
Het concert opende voor ons met een valse noot nog voor het eigenlijk goed en wel begonnen was. Alle persfotografen werden geweigerd door het management en/of organisatie. Wij, persfotografen die ons steeds aan de regels houden om tijdens de eerste drie nummers onze job naar behoren uit te voeren, worden geweigerd. Terwijl er tientallen smartphonesliefhebbers er vaak een storend gedrag op nahouden. Kijk maar even naar de vele concertfilmpjes op You Tube, met een vaak belabberde en slechte kwaliteit, en je zal weten wat wij hier bedoelen. Maar goed gedane zaken nemen geen keer…
Seasick Steve had voor zijn ‘Can U Cook?’ tournee Prinz Grizzley uitgenodigd om zijn showcase te openen. En dat bleek een prima zet te zijn. Chris ‘Prinz Grizzley’ Comper komt uit het westelijke deel van Oostenrijk. Het dorpje Egg ligt in het mooie Vorarlberg, waar hij werd opgevoed en nog steeds woont met zijn gezin. Als tiener raakte hij in de ban van de muziek. Als autodidact gitarist en singer-songwriter richtte hij in 2001 zijn eerste bandje Golden Reef op. Sterk beïnvloed door de Britse Indie rock, maar geïnspireerd door folk, blues en country trokken ze zelfs richting London voor enkele concerten. Na enkele muzikale moves keerde Chris tenslotte terug naar zijn eerste muzikale liefde, Americana. Nu heeft hij sinds februari het album ‘Come On In’ te promoten.
Tape-gewijs kondigt Seasick Steve het voorprogramma aan….Prinz Grizzley !
Hi, het wordt blijkbaar een ‘living room concert’ zegt Chris Comper eens hij het podium van het Koninklijk Circus betreedt. Wat een ondankbare job voor een band om te openen voor een half lege (of is het half volle) zaal. Samen met zijn band His Beargaroos en Johannes Bischof (pedal steel), Andy Wettstein (drums) en bassist Sandra Merk opende Prinz heerlijk met swampy blues en overheerlijke pedal steelgitaar. Een linkshandige Comper steekt vaart in zijn songs.
‘Wide Open Country’ zet de toon, opent met een bluesy mondharmonicatune dat al snel invoeging krijgt van Comper’s akoestische gitaar en Johannes’ pedal steel. Van het mooi opgebouwde ‘Irene’, dat naarmate het nummer vordert ook wat meer vaart meekreeg, gaat het haast naadloos naar de opwindende alt-countrysong ‘Where’s Is Your Fire Gone’. De suggestieve en atmosferische vocalen doen ook wonderen in het stemming wisselende en twang gitaar begeesterde ‘Fiery Eyes’. Het semi- akoestische ‘I Can See Darkness’ was een volgend chapiter op de setlist. En met het bas gestructureerde en enigszins funky aanslaande ‘Cutting Wood’ werden de eerste danspassen van de avond ingezet. ‘We said goodnight and have fun with Seasick Steve….’
Prinz Grizzley’s Americana en country tunes bewijzen dat niet alles uit de States afkomstig moet zijn. Met een perfect Amerikaans accent gaf de band ons een inleiding in hun muzikale biografie.
Chris Comper, een Oostenrijker met een hart in de Amerikaanse muziek.
Seasick Steve kreeg voor het eerste bekendheid bij het Britse publiek toen hij samen met Lilly Allen, Amy Winehouse en Paul Weller in 2006 werd uitgenodigd op Jools Holland’s Hootenanny tv-show. Het maakte hem plots tot de ultieme bluesboy. De levenswandel van Steven Gene Wold was nog opmerkelijker dan eerst werd gedacht en aangegeven. Uit de biografie ‘Seasick Steve: Ramblin’ Man’, dat is neergepend door Matthew Wright zou Seasick Steve zijn geboren in 1951 en niet in ’41 zoals hijzelf jarenlang had verkondigd. Wright merkte ook op dat Steve’s echte naam Steve Leach is, in plaats van Wold. En hij komt ook niet uit het Diepe Zuiden maar uit de hippiescene in Californië. Steve Leach speelde in de vroege jaren ‘70 basgitaar in een band genaamd Shanti. Een meute liefhebbers van transcendentale meditatie, wiens enige album twee jaar geleden opnieuw werd uitgegeven. Op het moment dat hij met Shanti speelde, had Steve echter gezegd dat hij in 1972 op straat in Parijs woonde en speelde. Hij speelde in die periode met een disco-band Crystal Grass. Aan het eind van de jaren ’70 zong hij backingvocals bij Celebration , een splintergroep van The Beach Boys, samengesteld door mede-Californische transcendentale meditatie-voorvechter Mike Love. Sessiemuzikant zijn is blijkbaar de minst romantische job in de muziek business. Wat wij hier citeren komt dus uit de biografie ‘Seasick Steve: Ramblin’ Man’. En wij laten dan ook graag ruimte voor enig scepticus…..!
Maar toch is en blijft hij een muzikaal genie die schitterende Delta en swampy Mississippi blues produceert. So, who cares…Eens gezeten op zijn stoel, gehuld in zijn trouw houthakkershemd, haast versleten jeans dito cap en naast de Zweedse hillbilly drummer Dan Magnusson, aanschouwd hij zijn fanbase in een volgepakt Cirque Royal. Toch is het North Mississippi Allstar’ Luther Dickinson die voor een leuke binnenkomer zorgt. Hij breekt haast de feeërieke kerstverlichting af. De sfeer zit meteen raak en als Steve ook nog eens dolt dat ze meer dan vijf dollar heeft gekost is het jolijt alom. Met zijn 4-snarige sigar box gitaar opent hij in highspeed met ‘Don’t Know Why She Love Me But She Do’.
‘It must be Friday night’ mompelt een goedgezinde Steve en wrijft meermaals door zijn grijze baard. Na het accurate ‘St. Louis Slim’, do you remember him…kan hij het niet laten om zijn sigar box gitaar nog even te showen. Zijn vriend Sherman Cooper gaf hem blijkbaar een autoplaat uit Mississippi die keurig werd gemonteerd op de sigaarkist. Deze showcase brengt ons dan ook naar het diepe zuiden in de vorm van nummers als ‘Bring It On’ en het swampy ‘Chewin’ on da Winter’, dat werd ingekleurd met Luther’s innemende slide gitaar. Voor het lekker mee bekkende ‘Sun On My Face’ komt Steve, vergezeld van Dickinson, voor het eerst voor zijn drummer plaatsnemen en vertelt over de opnamen van zijn recentste plaat ‘Can U Cook?’ ergens in Key West.
Voor een zoveelste keer plukte hij een schoonheid van tussen het publiek dat naast hem op het podium mag zitten tijdens ‘Walking Man’ én dan een gesigneerde LP cadeau krijgt. Het wordt helaas allemaal zo voorspelbaar. De dame gelukkig, wij gelukkig.. niet? Om de winter blues te verdrijven steekt Steve de lont opnieuw aan tijdens het psychedelische en rauwe ‘Hate Da Winter’. Met een bescheiden en charismatische houding zet hij ook gezwind ‘Shady Tree’ in de steigers. Een nummer voor alle meisjes met lang haar. En dan steekt hij plots zijn éénsnarige washboard gitaar in de lucht. Een wasboard is om je sokken mee te wassen, zegt hij. Gelukkig beseft Steve zelf tijdig dat dit alles eigenlijke ‘a piece of shit’ is en produceert een trance en old trash blues sound tijdens ‘Start Out With Nothin’. We naderen het einde van de set en voor alle boeren hier in Brussel had hij ook nog ‘Down On The Farm’ in petto. Steve snijdt zich aan een string en dient zichzelf de eerste zorgen toe. Een strakke en uitgesponnen drumintro is een preambule voor ‘You Can’t Teach An Old Dog New Tricks’, dat naadloos overgaat in het opvrijende ‘Young Blood’. Na een slide gitaar introductie zijn we dan aanbelandt bij het afsluitende en heavy ‘Barracuda ‘68’.
Seasick Steve raasde een olifant in een poseleien kast doorheen zijn repertoire. Hij haalde de boys en girl van Prinz Grizzley nog even op het podium voor hij een korte bisronde aanzet met het nieuwe akoestische nummer ‘Insta This’ en het afsluitende ‘Thunderbird’. Steve heeft wel vaker pretoogjes en zijn gitaarwerk is zoals steeds overweldigend. Hij heeft een hele nieuwe generatie luisteraars naar de blues gebracht. En dat was ook te merken aan het jonge volkje dat vooraan het podium had plaatsgenomen. Missie volbracht…!
Tekst en Fotoalbum : Philip Verhaege (pics Blues Peer 2014)
ism: Keys & Chords
Choosing fort color is also very essential in creating a
competent website. They will become fans and come begging back for increased.
Like any other project, blogs require preparation in order to be deemed as a hit. http://www.long4game.com/are-online-casinos-legal-in-malaysia-and-if-not-whose-are/