Geen Festivals deze zomer…! Maar wij hopen dat het live gebeuren in ons landje spoedig weer tot leven komt en dat we weldra weer kunnen genieten van spetterende optredens in clubs, zalen en op de festivals. Ondertussen zit ook de organisatie van (Ge)Varenwinkel niet stil en werken ze verder aan de editie van 2021!!!
Noteer alvast 26-27 en 28 augustus 2021 in jullie agenda
Wij geven alvast een kleine ‘flashback’ van de afgelopen edities… Een terugblik…
Zaterdag 24 augustus 2019… De 22ste editie van het (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival was alweer een knaller van formaat. In deze eclectische affiche kon iedereen wel zijn gading vinden. Er was jong talent, een flinke scheut volwassen blues en swamp-rock, er was een vaste waarde uit NewYork én er stonden twee kleppers uit de hedendaagse Chicago blues scéne.
Iedere jaar steunt de organisatie ook een ‘goed doel’. Dit jaar viel de keuze op de Els-Smiley vereniging. De vzw onderneemt activiteiten die bijdragen tot het bevorderen van de communicatie mogelijkheden van langdurig zieke kinderen. Kortom: de Els-Smiley vzw wilt de levenskwaliteit van langdurig zieke kinderen bevorderen!’
Het duo Hymn for Her mochten als eerste hun instrumenten inpluggen op de Roots Stage. Lucy & Wayne zijn de drijvende kracht achter dit simplistisch klinkende instrumentarium. Ze zijn niet in één klein hoekje weg te drummen. Neen, hun muziek omvat zoveel meer.
Met hun 1961 Bambi Airstream-trailer doorkruisten ze haast de hele wereld. Dit om hun verhaal te vertellen. Maar ook om hun muziek uit te strooien over deze wijde aardkloot. Wayne Waxing speelt, naast zijn ruig stemgeluid, kickdrum, high-hat, blues harp, footstompin’ en akoestische gitaar. Lucy Tight is een killer lady op cigar-box gitaar. Ze injecteren hun country blues met haast psychedelische tunes en opwindende hillbillie. In high speed waren zowel ‘The Road Song’, het modern spijkerende en hoog oplopende duet ‘Devil’s Train’ en de amusante fraseringen uit ‘Move’ On’ haast bluesy canonisaties. ‘The Tornados’ met zijn strakke percussie en dobro was meer een alt-folky gebeurtenis, net zoals de groovin-twanger ‘Hoi Ho Silver’. Hymn For Her is een manifest, een fijn uitgekiend mantra. Knap!
Terug naar de Rootstage voor Samantha Martin & Delta Sugar. Haar debuutalbum ‘Send’s Nightingale’ uit 2015 was meteen een succesverhaal. Bekroond met vier Maple Blues-nominaties was de release regelmatig te horen op CBC. Ze speelde haast op alle grote Canadese festivals en werden liefst drie jaar op rij genomineerd als ‘Female Vocalist of the Year’ bij de Maple Blues Awards.
Twee jaar geleden vertegenwoordigde Martin ook Toronto op de International Blues Challenge in Memphis, waar ze de halve finale bereikten. Zangeres Samantha Martin is het brandpunt van de groep en is een dynamische frontvrouw. Ze beschikt over een verbluffend ruwe stem die een vloedgolf van tintelende emoties oproept en enige subtiele nuances annonceert. Met haar band Delta Groove’ geeft ze haar originele songs de juiste consistenties mee. Het zijn haast crossovers tussen blues en soul. ‘Good Trouble’ heeft zelfs een gospel ondertoon. En divergeert met de soulballade ‘Chasing Dreams’, het overweldigende ‘Over You’ en het swingende ‘This Night Is Mine’. Ze kreeg zelfs een overvolle tent op de hand met Otis Redding’s ‘Dream To Remember’ en andere covers als ‘Proud Mary’ en ‘The Letter’. Samantha Martin was zowaar het enige vrouwelijke gezelschap op de affiche….die haar mannetje stond!
Mike Wheeler & The Capitol Horns wachten op ons in de Grote Tent. Onze ‘long time buddy’ is een van de hardst werkende blues artiesten in Chicago. Hij speelt ruim drie decennia en begon als backing gitarist bij tal van gerenommeerde Chicago blues artiesten. Na een eerste blues gig in 1984 met Lovely Lee, registreerde Mike liefst vijf albums met Big James & The Chicago Playboys.
Het album ‘Self Made Man’ uit 2012 was zijn debuutplaat op het label Delmark Records. Vier jaar later promootte hij met volle trots de succesvolle release ‘Turn Up’. Voor deze Europese tournee krijgt Mike backing van de Franse ritmesectie met drummer Pascal Delmas en bassist Pomp It Up, het Duitse wonderkind Kai Strauss en een blazerssectie met saxofonist Tim en trompettist Nordine. Chicago blues georiënteerde songs als ‘Big Mistake’ en ‘A Fool Way Too Long’ begeesteren meteen een volgelopen festivaltent. Het funky ‘Sweet Girl’, de openingssong uit zijn recentste release ‘Turn Up!!’, de titeltrack en ‘You’re Doing Wrong’ zijn songs waarin Wheeler zijn verbluffende gitaar techniek etaleert. En het ging naadloos naar ‘A Blind Man Can See’, dat Mike haast a capalla vertolkt. Mike Wheeler bezong zijn levenswandel uit de Windy City én wij… wij genoten samen met Chicagoan Khalif Wailin’ Walter onvoorwaardelijk van een outstanding Chicago West Side blues show. Net of we bevonden ons in de Kingston Mines. Mike Wheeler is ‘the real deal Chicago blues’…
Chris Bergson had voor de gelegenheid Ellis Hooks meegebracht. Samen met hun Franse begeleiders creëerden ze een party op de Roots Stage. Chris Bergson is al jaren een gevestigde waarde in de New York blues en jazzscene. Zijn plaat ‘Live at Jazz Standard’ uit 2014, prijkte zelfs op nummer drie in Mojo’s Blues Albums of The Year.
Het nummer ‘The Only One’, met vocalist Ellis Hooks, kreeg een eervolle vermelding in het blues jaaroverzicht van Paul Jones op de BBC. Chris Bergson is sinds 2015 ook ingewijd in de New York Blues Hall of Fame. Ellis Hooks werd geboren in Bay Minette, Alabama uit een Cherokee moeder en een Afro Amerikaanse vader. Sinds geruime tijd heeft ook hij New York als thuisbasis. In songs als ‘Pedal Tones’, de blues ballade ‘Bitter Midnight’ en ’55 Miles From Bromley’ wordt meteen duidelijk dat Ellis een hemelse en heldere soulstem heeft. Het opruiende ‘Greyhound Station’ en ‘Heavenly Grass’ uit Bergson’s ‘Live in Normandy’ release werd ook hier overgoten met heavy gitaarriffs. Groter kon de diversiteit niet zijn dan met Sam Cooke’s ‘Somebody Have Mercy’ en met het gospel begeesterde ‘Will The Circle Be Unbroken’. Ellis Hooks kreeg als baptist ook hier zijn volgelingen aan het dansen.
Robert Jon & The Wreck waren de volgende act in de GroteTent. Southern rock van een wel heel hoog allooi. De getalenteerde Robert Jon Burrison richtte in 2011 ergens in Zuid Californië zijn band The Wrech op. Amper enkele maanden later was de debuutplaat ‘Fire Started’ een succesverhaal. Sindsdien gaat het crescendo met hun muzikaliteit. Ruwe song, strakke backing en Jon’s in whiskey gedrenkte vocalen vormen de basis voor hun geëigende tunes.
Ze openden met de aanstekelijke en krachtig blues belter ‘ Going Down’. De energie en muzikale kracht slaat vrijwel meteen over naar hun terecht verworven fanbase. Rockend met ‘Rhythm of the Road’ en ‘Goodbye Baby’ en swingen in ‘High Time’ en ‘Take Me Higher’, het doet ons bijwijlen ongewild aan The Allman Brothers Band terugdenken. En daar is uiteraard niets mis mee. Maar Jon en zijn Wreck’s hebben inmiddels ook een eigen stijl ontwikkeld. Het country getinte ‘Blame It On The Whiskey’ en de ballade ‘Mary Anne’, met zijn soulvolle melodielijnen. De opzwepende sonoriteit werd ook bewerkstelligd in het aanstekelijke ‘Old Friend’ en de accorderende blues rocker ‘The Devil Is Your Friend’. Robert Jo & The Wreck hebben geschiedenis geschreven in Varenwinkel.
Chicagoan Toronzo Cannon mocht de 22ste editie van het (Ge)Varenwinkel afsluiten. Toronzo Cannon is een van de meest populaire en innovatieve blues muzikanten in The Windy City. Hij groeide op in de schaduw van het Chicago Bluesmekka én Robert Taylor Homes’ Theresa’s Lounge had een blijvend effect op hem.
Als jonge spruit absorbeerde hij de rauwe en soulvolle klanken van legendes als Junior Wells, Buddy Guy en Muddy Waters. Sterk geïnspireerd door de drie Kings (Albert, B.B. en Freddie), Jimi Hendrix en de seventies R&B en soultunes, creëerde Toronzo al snel een eigen sound. In 2004 werd zijn debuutalbum ‘Ain’t No Stranger’ voorgesteld. Drie jaar later was er de opvolger ‘My Woman’ en in 2011 werd dan het succesvolle album ‘Leaving Mood’ op het label Delmark Records uitgebracht, net zoals ‘John The Conquer Root’ een succesverhaal was in 2016. Drie jaar geleden tekende Toronzo dan een lucratief contract bij Bruce Iglauer’s label Alligator Records. Met de plaat ‘The Chicago Way’ werd Cannon genomineerd voor een 2017 Blues Music Award in de categorie ‘Album of The Year’. In Varenwinkel bouwde Toronzo gestaag aan zijn performen. Van ‘Mrs. From Mississippi’, de slow blues’ ‘When Will You Tell Him about Me’ over ‘Insurance’, Toronzo Cannon weet hoe een publiek te bespelen en zijn show te accorderen. Het nummer ‘Chicago Way’ was de ideale uitsmijter van een schitterend festival!
Vrijdag 24 Augustus 2018 Met de éénentwintigste editie van (Ge)Varenwinkel trekken we een eindsprint wat betreft de zomerfestivals. Zoals elk jaar steunt het (Ge)varenwinkelfestival een goed doel.
Dit jaar zijn dat de GeneReuzen. Een organisatie met een ‘Hart voor Handicap’. Deze alteratie wilt dat iedereen er gewoon bij hoort, beperking of niet. De GeneReuzen zijn de doeners van ‘Hart voor Handicap’. Ze hebben een charter opgesteld waarin ze ervoor pleiten dat mensen met én zonder beperking samen op pad te gaan….tot erbij horen de normaalste zaak van de wereld is.
Dan Baird and Homemade Sin mochten iets na 20u00 hun opwachting maken op de Main Stage. Jaren geleden waren we getuigen van het legendarische concert van The Georgia Satellites op Mallemunt, een festival op en rond het Muntplein in hartje Brussel. Dé Southern rockband uit Atlanta, Georgia.
Sinds 1990 gaat singer-songwriter en Rhythm gitarist Dan Baird zijn eigen weg. Twee jaar later promootte hij zijn solo debuut met ‘Love Songs for The Hearing Impaired’. The Satellites single ‘I Love You Period’ piekte hoog in de charts en belande op nr. 26 in The Billboard Top 100. De release ‘The One I Am’ bereikte zelfs een hoogste notering op nr. 13 op de Billboard Charts voor ‘Album Rock Tracks’. Sinds 2005 toert Dan met de formatie Homemade Slim. De huidige formatie bevat nu de nieuwe rekruut Micke Nilsson op basgitaar, de originele Satellites drummer Mauro Magellan en gitarist Warner E. Hodges (Jason and the Scorchers). Ze zijn nog steeds een glorieuze anomalie in de hedendaagse rockscene. Een Southern rockband met één voet in Nashville en een voet in de rock-‘n-roll. Een setlist hebben ze niet, een oogwenk volstaat om een volgend nummers in te zeten. En voor we er oog in hebben heeft Homemade Sin al een andere song ingezet. De band trok alle registers open met de meest bekende Georgia Satellites-nummers en enkele nieuwe songs zoals de openingstrack ‘Bust Your Heart’ uit de pas verschenen release ‘Screamer’. De weelderige groove uit ‘I Love Your Period’ kwam al vrij vroeg in de setlist en ging naadloos over in de rocker ‘Shake It Till It’s Sore’, de meerstemminge en hoog oplopende rockballade ‘All Over But The Cryin’ en het groovy ‘Just Can’t Wait’. En ook het overweldigende ‘I Don’t Know’ en de jamnummers ‘Crooked Smile’ (uit Dan Baird’s titelloze album uit 2008) en ‘Silver Little Lies’ uit zijn recentere ‘Get Loud’ plaat, zijn overgoten met die geweldige tweeledige harmonieën tussen Baird en Hodges.
Tussen de songs door vindt Hodges nog steeds tijd om zijn Les Paul over zijn schouder te gooien! ‘I Dunno’ bepaalt het tempo van de song met zijn hectische ritmiek en biedt alweer die prachtig gitaarriffs van Hodges. Een muzikaal statement was uiteraard ook ‘Keep Your Hands To Yourself’, het Georgia Satellite nummer uit 1986. De melodie heeft een nog grotere popcultuurbetekenis gekregen door een Buick-commercial in 2013. Goosebumps, hell yeah..! We gaan met ‘Something Better’ nog een nieuw nummer brengen zegt Dan. ‘So if we are fall on are ass, don’t worry…’ Als bisnummer mocht het modern spijkerende ‘Sheila’ en het speelse en luid meegekeilde ‘Do You Want Do Dance’ ons een laatste keer bij het strot nemen.Dan Baird heeft echt de perfecte soulmate gevonden in Warner E. Hodges. De manier waarop het duo de heavy gitaarriffs en solo’s inwisselen is een genot om te horen. Dan Baird blijft een charismatische figuur! And that’s what we like…
Devon Allman en Duane Betts zijn de zonen van de oprichters van de iconische band The Allman Brothers, Gregg Allman en Dickey Betts. The Devon Allman Project is een sextet dat Devon samen met drummer John Lum, percussionisten R. Scott Bryan, bassist Justin Corgan, gitarist Jackson Stokes en Hammond organist Nicholas David oprichtte. Allman en Betts zetten niet alleen de erfenis van The Allman Brothers voort, ze creëren ook hun eigen erfgoed.
Met de uitgesponnen instrumentale rocker ‘Mahalo’ warmde Devon niet alleen zijn vingerzettingen op. Hij zette ook meteen Varenwinkel naar zijn hand. En dat smulde van zijn performen. Een volgelopen festivaltent ging gretig mee in zijn avances. Met het mooi gecomponeerde ‘Alive’ en de Southern rocktunes uit ‘Ten Million Slaves’ maakte Devon een statement. En ook het funky spijkerende ‘I’ll Be Around’, origineel van The Spinners, brachten de fans aan het dansen. Toen de band ook enkele Motown klassieke danspasjes neerlegde ging het dak er onvoorwaardelijk af. Net zoals bij het slidegitaar begeesterde en Royal Southern Brotherhood’s ‘Left My Heart in Memphis’.
Met een oprechte inleiding nodigde Devon Duane Betts, de zoon van Allman Brothers-oprichter Dickey Betts, uit op het podium. Met zijn Golden Gibson gitaar pootte hij een reeks Allman Brothers Band songs neer waaronder Dickey’s song ‘Blue Sky’. Een minzame Betts zette vocaal ook ‘Talking Time’, het powervolle ‘Downtown Runaround’ dat werd ingekleurd met fijn snarenwerk en het spijkerende ‘Ride It Out’, uit zijn EP ‘Sketches Of American Music’ in de steigers. De Bill Withers classis ‘Lean On Me’ werd dan weer vocaal vertolkt door Hammond organist Nicholas David. Een soulklassieker die stillaan uitgroeide naar een heus funky orgasme. Devon keerde tenslotte terug naar het toneel voor de slowblues ‘Midnight Like Michigan’. Voor de semi-akoestische meerstemmige country songs ‘Friend Of The Devil’ en ‘Mellisa’ gingen de bandleden er zelfs bij zitten. Als toegift serveerden The Devon Allman Project nog de Allman Brothers klassieker ‘Dreams’. Game, set en match..!
Zaterdag 26 augustus 2017 ….Het (Ge)Varenwinkel Blues & Rootsfestival vierde zijn ‘porseleinen’ verjaardag. En dat wil uiteraard zeggen ze twintig kaarsjes mochten uitblazen
Walter Broes & The Mercenaries mochten hun ding doen in de Rootstent. Het is uiteraard niet de bedoeling dat je lui in je zeteltje ergens midden op de zonovergoten weide Walter Broes en zijn ‘partners in crime’ Clark Kenis (upricht bas) en drummer Lieven Declerck gaat aanschouwen.
Na de split van zijn Sneatsiffers heeft Walter eigenlijk nooit stilgezeten. Zijn aanstekelijke rockabilly blijft strak gegoten en dat etaleren The Mercenaries in nummers als ‘Dizzy’ en ‘Movin’ Up’, de titeltrack van het nieuwe album. Het sprankelende en country blues geïnspireerde ‘Security’ en het Texas blues bevruchte ‘Downtime’ staan steeds hoog op ons verlanglijstje. Het nostalgische ‘I Got My Own Kick Going’ origineel van Ronnie Self uit 1954 is dan weer foerage voor de echte kenners. The Godfather is back!
De 63-jarige Curtis Salgado werd in zijn rijkelijke carrière geëerd met drie Blues Music Awards. Zijn album ‘Soul Shot’ werd bekroond tot beste Soul Blues Album door de BMA in 2013. Hij was een tijdlang de stem van Roomfull Of Blues en tekende present op enkele albums van Otis Grand. Curtis was ook een van de inspiratiebronnen achter John Belushi en Dan Ackroyd’s ‘Blues Brothers’ movie. Vocaal hoort hij thuis in het rijtje met klinkende namen zoals Lee McBee en Darell Nulisch. Dit trio behoort dan ook tot de beste blanke blues en soulzangers. Maar Salagdo is meer dan een zanger alleen. Hij is een entertainer, een toonaangevende mondharmonicaspeler en een bandleider.
Uit zijn recentste album ‘The Beautiful Lowdown’ op het label Alligator Records vloeiden hier vanavond dan ook heel wat nummers. Curtis nam ons vrijwel meteen bij het strot met ‘Waitin’ On You’ en ‘Cool Disposition’. Na deze imponerende composities kwam hij ons trakteren op het subtiele ‘Little Bluebird’ en ‘Slow Down’. Na al dat mooi origineels, eerde hij zijn mentor Little Walter met songs als ‘You’re So Fine’ en coverde hij op subtiele wijze ‘I Smell Trouble’ van Bobby ‘Blue’ Bland. Uit zijn album ‘Strong Suspicion’ uit 2015 haalde hij dan weer ‘Born All Over’. Uiteraard moest en zou er een bisnummer volgen. Verrassend koos Salgado voor ‘You’ve Been Foolin’ Round Downtown’ van Sonny Boy Williamson. Onze stelling werd vrijwel meteen bevestig. Curtis Salgado is nog steeds een van de beste blanke soulstemmen.
Als zoon van bluesman en clubeigenaar James Peterson groeide Lucky op tussen de muren van de legendarische club Governor’s Inn in Buffalo, N.Y. Daar hij werd blootgesteld aan de mythen van de blues. Lucky was een wonderkind op Hammond B3 en had op 4-jarige leeftijd een heuse R&B hit met de door Willie Dixon geproducet single ‘1-2-3-4’. Blueslegende Willie Dixon ontdekte Lucky Peterson toen hij amper 3-jaar jong was. Drie jaar geleden moest hij wegens gezondheidsredenen forfait geven in (Ge)Varenwinkel. So, no lucky voor de organisatie. Letterlijk en figuurlijk. Toen werd hij noodgedwongen vervangen door Mud Morgenfield.
Nu blaakt Lucky Peterson van gezondheid. Is verdomd goed bij stem, extraordinair goed geluimd en met een soepele trend betoverde Lucky ons met zijn innemende en betoverende Hammond tunes. Zijn set was eigenlijk een grote jamsessie. Peterson jut zijn publiek continu op! En die gaan graag en gretig mee in zijn lofzang. Na ‘I Can See Clearly Now’ en ‘Rainy Night In Georgia’ hitste hij een considerabele Texas vaudeville, gaat even op wandel in de tent en met een familiaire sit-in verzamelde hij zijn fans rond zich. Na het denderende en uitgesponnen ‘Sweet Home Chicago’ kwam de brave man nog even bissen met ‘Proud Mary’ van Ike & Tina Turner.
Zaterdag 27 Augustus 2016… Het (Ge)Varenwinkel Blues& Roots Festival is een van de weinige organisaties die steeds een “Goed Doel” voor ogen hebben. Dit jaar viel de keuze op het KID Fonds. En dat is het Fonds voor Kinderimmuundeficiënties. Dit organisme wil de ziekte PID (primaire immuundeficiëntie) beter bekend maken onder de grote bevolking. Verder willen ze ook bijdragen aan informatie voor ouders, patiëntjes en hun brede omgeving. Tot slot willen ze met wetenschappelijk onderzoek de kennis rond PID verbeteren.
Vorig jaar stonden D-Tale nog in de kleine Roots Tent, maar nu mochten ze de spits afbijten op het hoofdpodium. Ruim 15-jaar spelen zanger/gitarist en wereldburger Mario Pesic en drummer Stef Wouters samen. Maar drie geleden hielden ze de band D-Tale boven de doopvond. Met Patrick Cuyvers (Hammond & Piano) en bassist Eric Wels vond het duo de ideale soulmates.
Met de in eigen beheer uitgebrachte debuutplaat ‘Come Out And Play’ uit 2015 belichaamd de band de sound die ze zelf voor ogen hadden. In de rocker ‘It Seems Like Yesterday’ neemt Patrick hier meteen het heft in handen op zijn klavier. Het nummer heeft een lekkere cadans en een catchy refrein. Mario Pesic gebruikt zijn mooie volle stem met de nodige power. Het funky ‘I’m In Trouble’ opent met een sterke gitaarriff intro. D-Tale heeft een stevige ritme sectie want Claptons ‘Riding With The King’ en Billy Boy Arnolds ‘I Wish You Would’ waren zelfs culminerende hoogtepunten. Net zoals ‘Tennessee Plates’ van John Hiatt en het verassende ‘Papa Was A Rolling Stone’ (The Temptations).
De Franse multi-instrumentalist Bo Weavil gaat door het dagelijkse leven gaat als Matthieu Fromont. Uit het album ‘A Son Of Pride’ was vooral het nummer ‘I’m Just An Animal’, met zijn lekker groove en funky arrangementen, een swingend hoofdstuk in de Roots Tent.
Dit blues orkest zorgde echt voor een verhitte sfeer met aanwakkerende authentieke blues en opwindende rockabilly. Het nummer ‘The Mama Blues’ met zijn upright baslijnen en het mambo bezielde drumritmiek van ‘Margo’ waren activerende muzikale chapiters. Op de tonen van ‘Rag Mama’ (John Lee Hooker) en Elmore James’ boogieritmiek ‘Shake Your Money Maker’ wandelen we terug naar het hoofdpodium voor Sari Schorr.
Sari Schorr ontmoette in januari 2015 de legendarische producer Mike Vernon op de ‘Keep The Blues Alive’ Awards tijdens de prestigieuze Internationale Blues Challenge in Memphis. Mike werd daar als het ware uit zijn spreekwoordelijke sokken geblazen door haar muzikale talenten.
De New York Blues Hall of Fame vertegenwoordigster stelt nu met volle trots haar 12 tracks tellende debuutalbum ‘A Force Of Nature’ voor. Sari Schorr is een excellente zangeres die ons uitermate kan boeien met haar fors, astrant en expressief stemgeluid. Sari grasduinde gretig uit haar nieuwe album. Liefst negen nummers uit deze release vonden hier hun weg op de setlist. ‘Where Did You Sleep Last Night’ en ‘Rock And Roll’ van Led Zeppelin waren zo vreemde eenden in de bijt.
Net voor middernacht kwamen Mingo Fishtrap ons op een behoorlijke trant uitgeleide doen. Deze band uit Austin, Texas existeert met vocalist/gitarist Roger Jr. Blevins, Chip Vayenas (drums), toetsenist Dane Farnsworth, Roger Blevins Sr. (bas), Steve Butts (trompet) en Dan Bechdolt met zijn tenor saxofoon.
De band ontstond in het midden van de jaren ‘90 in de buurt van Denton, Texas en is werkelijk doordrenkt van die moddervette tunes die zowel Southern Rock, bluesy en funk kan smaken. Heel wat songs zijn ook hier in (Ge)Varenwinkel geïnspireerd op de rijkelijke geschiedenis van al deze voornoemde muzikale genres. Bij de song ‘Movin’ creëren ze dat aanstekelijke funk en soulgevoel. Roger Belvins is werkelijke een prima zanger. De corpulente sound van nummers als ‘Old Time’ zitten ook hier echt als gegoten.
(Ge)Varenwinkel anno 2016 was een absolute voltreffer. De temperatuur steeg haast tot boven het onmenselijke uit. De locatie was de perfectie nabij en de eclectische affiche was een toonvoorbeeld van een mooi muzikaal palet.
Zaterdag 29 augustus 2015…. (Ge)Varenwinkel wordt, zeker voor wat de blues betreft, nogal eens aanzien als afsluiter van de zomerfestivals. Dit Jaar, voor de 18de editie, kon het festival doorgaan in uitermate zomerse omstandigheden. De talrijke bluesliefhebbers konden tot een stuk na zonsondergang in de open lucht van de blues genieten. Er was trouwens meer volk buiten de tent dan in de tent.
Met Eugene ‘Hideaway’ Bridges, weet men zo nu onderhand wel wie men in huis haalt. Bij hem is de kwaliteit gegarandeerd en dit was nu weer niet anders.
Met zijn gespierd gitaarspel en zijn ijzersterke zang had hij de tent helemaal in de hand. Voor wie Eugene ‘Hideaway’ Bridges nu al een tijdje volgt klinken zijn nummers als klassiekers. Dit is zo het geval met de opener ‘Woke Up This Morning’, Change Your Name’, ‘She Wanna Dance With Me’ en ‘Jump The Joint’ Uit dit vat lusten we altijd en pint.
In juni jongstleden hadden we de eer en het genoegen om in Chicago te gaan lunchen met Bruce Iglauer, de grote baas van Alligator Records. Hij vertelde ons dat hij einde augustus naar België kwam, samen met de twee grootste beloften die de blueswereld momenteel in zijn rangen telt. We hebben het hier over Jarekus Singleton en Selwyn Birchwood..
Ze werden op het podium aangekondigd door Bruce Iglauer himself. We hebben het nog niet meegemaakt dat een publiek zo collectief uit de bol ging voor de vedetten die op het podium stonden. De twee jonge goden hebben hun entree op Belgische bodem niet gemist. Jarekus Singleton is afkomstig uit Mississippi maar heeft een platencontract met Alligator Records uit Chicago. Hij ging als een wervelwind doorheen ‘I Refuse To Lose’, ‘Keep Pushing’ en Come With Me’. Na zijn optreden hield Jarekus Singleton een signeersessie waar hij, ondanks al te opdringerige dames, gelukkig heelhuids is uitgekomen.
Hetzelfde lot stond Selwyn Birchwood te wachten. De muziek primeerde echter en hij putte voor zijn set hoofdzaakelijk uit zijn schitterende cd ‘Don’t Call No Ambulance’.’Selwyn Birchwood pake het publiek in met zijn goede looks en sterke songs als ‘Love Me Again’, ‘Walking In The Lion’s Den’, ‘River Turnes Red’, ‘Tell Me Why’, en het opzwepende ‘Voodoo Stew’.
De 18de editie van (Ge)Varenwinkel was zonder twijfel één van de meest hoogstaande die we ooit mochten meemaken en daar zijn Jarekus Singleton en Selwijn Birchwod zeker niet vreemd aan. In ieder een pluim voor Bruno en zijn ploeg dat ze hun nek durfden uitsteken om jong bluestalent naar Europa zouden halen.
Zaterdag 30 augustus 2014… We moeten Jimmy Johnson niet meer voorstellen, maar hij was op (ge)Varenwinkel één van de drie acts uit Chicago, die de verwachtingen inlosten en zelfs overschreden. Jimmy Johnson werd voor de gelegenheid begeleid door een Belgische band.
Het is echter de typische stem die het handelsmerk van Jimmy Johnson uitmaakt. Hij werd in Holly Springs, Mississippi geboren op 25 november 1928 en is nog steeds een kwieke tachtiger. Zijn stem heeft echter nauwelijks aan kracht ingeboet en hij sloeg het publiek met verstomming door middel van uitstekende songs als ‘Little By Little’ (van Junior Wells), ‘Cold Cold Feeling’ en ‘You Don’t Know What Love Is’. Schitterende onvervalste Chicago blues.
Om 20u20 heb ik me dan naar de Rootstent begeven om een en ander mee te pikken van de punk-bluegrassband uit Oregon, Larry & His Flask.
Er is in die groep in de verste verte ook maar niemand die Larry heet, maar wel Dallin Bulkley (accordeon), Andrew Carew (banjo, trombone), Ian Cook (zang, gitaar), Jeshua Marshall (double bass) en Jamin Marshall (drums). Zij sleurden er hun repertoire met songs als ‘All That We Know’ aan een ijltempo door, maar dit scheen het publiek nu net te bevallen. Pikant detail: in juni jongstleden werd tijdens een tournee in South Carolina hun materiaal gestolen, voor een waarde van §24.000.
Het meeste applaus was echter weggelegd voor The Steepwater Band. De groep heeft zijn naam van een boot die zanger, gitarist Jeff Massey in de yachthaven van Lake Michigan zag liggen. De verdere bezetting: Eric Saylors (tweede gitarist die in 2012 de groep kwam vervoegen), Tod Bowers (bas) en Joe Winters (drums). Wij zagen The Steepwater Band al eerder aan het werk op 10 juni 2011, ter gelegenheid van het Chicago Bluesfest. Toen leken ze mij iets minder hard dan op (Ge)Varenwinkel.
Dit neemt niet weg dat de muziek van The Steepwater Band voldoende subtiliteit inhield en dat er voor elke song voortreffelijke arrangementen waren voorgeschreven. Voor mij was de ovatie vanuit het publiek aan hun adres volledig terecht. Ze openden met ‘Crossroads’ en daarna volgde de ene ijzersterke song de andere op: ‘Come On Down’, ‘High And Humble’, ‘Meet Me In The Aftermath’ en ‘Off The Rails’ om enkele titels mee te geven.Het hoogtepunt was echter hun versie van ‘Boom Boom’ (van John Lee Hooker), die werd gekoppeld aan ‘How Many More Times’ (van Led Zeppelin). ‘Road Bloc’ en ‘Hard As Stone’ werden als bisnummers weerhouden.
Na hun optreden onderging de stand van ‘Back To The Roots’ een bestorming van fans die cd’s kochten, een handtekening vroegen of samen met The Steepwater Band op de foto wilden.
Lucky Peterson moest wegens gezondheidsredenen zijn optreden afzeggen en de inrichters moesten aldus een vervanger vinden. Daar zijn ze met de keuze van Mud Morganfield met glans in geslaagd. Iedereen zal ondertussen wel weten wie de vader van Mud Morganfield is…Mud Morganfield werd op (Ge)Varenwinkel begeleid door een Britse band waarin ondermeer Mickey Moody (ex- Whitesnake en The Marsden Moody Band) als blikvanger fungeerde.
Mud Morganfield heeft een stem als een klok en hij opende met ‘Blow Wind Blow’ om te vervolgen met klassiekers als ‘Baby, Please Don’t Go’, ‘I Just want To Make Love To You’, ‘I Want To Be Loved’, ‘She’s 19 Years Old’ en een prachtig eigen nummer dat simpelweg ‘Health’ heet. Mud Morganfield had er blijkbaar zin in want hij riep twee plaatselijke schoonheden, die Melissa en Josephine heten, op het podium om enkele danspassen uit te voeren en amuseerde zich daarbij te pletter. Als bisnummer had Mud Morganfield gekozen voor ‘Mannish Boy’, een van de grootste hits van zijn vader. Ook na zijn optreden was het massaal aanschuiven voor een cd, handtekening of een foto. Een mooi einde van een prachtig festival.
Voor volgend jaar zien de organisatoren zich waarschijnlijk genoodzaakt om uit te wijken naar een andere locatie, maar ik ben er nu al van overtuigd dat ze daar met de nodige medewerking zullen in slagen.
Zaterdag 26 augustus 2013….. All american blues all the way. James Harman speelt al 51 jaar muziek als broodwinning en houdt van dit leven. “The blues is unfinished business, it’s not old, it didn’t get old, it’s about the human condition. When you’re singing the blues, you talk about real stuff, about people.” Met deze woorden omschrijft hij wellicht op de beste manier waar deze muziek om gaat.
James Harman, met zijn typische gevlochten geitenbaard, klimt op het podium van (Ge)varenblues, en de tent is meteen verkocht. Hij is een charismatische figuur met uitstraling, met exellent mondharmonicaspel, met tientallen hitsongs, met een uitgelezen begeleidingsband. Westcoast blues op zijn best, met ook een prominente rol voor pianist Gene Taylor. Dit concert gaat niet over superhits of blow away acts, dit gaat over sfeer en gezelligheid. Hij staat er voor gekend en hij doet het hier ook, James Harman leidt zijn groep doorheen een prachtig optreden. Gitaar en piano komen ruimschoots aan bod. Ook hier valt mij trouwens de gitarist op; dit festival zit doorspekt met erg goede gitaristen, elk thuis in hun eigen stijl. Op dit blues- en rootsfestival zagen wij hier het eerste pure bluesoptreden, en samen met alle aanwezigen kunnen wij volmondig stellen dat het goed was.
Wellicht voor velen een naam die niet direct een lichtje doet branden. Als voorlaatste groep geprogrammeerd, moet deze band toch wel één en ander in huis hebben dachten we. Norman Beaker is niet echt een onbekende, hij speelde en werkte samen met en producete voor onder andere : Jack Bruce, Alexis Corner, Buddy Guy, BB King, Van Morrison, Robert Plant, Jimmy Page, Ruby Turner…
We kunnen ons dus verwachten aan een stevig potje blues, pop en rock op zijn Engels. Norman’s vaste band bestaat hier uit drums, bas, saxofoon, keys en de meester himself op gitaar en zang. En dit mogen we wel zeggen, want na afloop en staande ovaties blijkt dit concert een ontegensprekelijk schot in de roos. Een pure Engelse sixties sound zeg maar, met dito muziek. Boeiend, gevarieerd, mét presence en muzikaal onnoemelijk rijk. Soms hoorde ik The Cream (normaal als je zijn samenwerking met Jack Bruce kent), en het geheel komt ook wel 60’s over, maar hoewel de mannen ook al ietwat hun leeftijd hebben, ze zijn heel ‘live’ en energiek bezig, en ze kunnen zichzelf best relativeren. Dit is voor mij een rootsconcert op zijn best, mis deze groep niet als je ze ergens mee kan maken. Volgens de eerste reacties denkt een inmiddels propvolle tent er hetzelfde over. Wat een sfeer.
Hoewel The Nightporters splitte in 2002 en slechts sinds onlangs weer samen speelt, zou het verwonderlijk zijn als je deze mannen niet kent. Altijd waren ze gekend als de meest energieke Rockin’ Rhythtm & Blues act van de jaren 90, en verhalen over hun legendarische energieke, wilde en gedreven concerten waren nooit uit de lucht. Vandaag staan ze hier volgens eigen zeggen niet als comeback, maar als een voortzetting van waar het vroeger eindigde. Ian Roberts (Vocals / Guitar / Harmonica), Martin Vowles (Guitar / Backing Vocals), Chris Robbins-Davey (Double Bass) en Kevin Crowe (Drums / Backing Vocals) zijn duivels uit een doosje.
De lichten waren nog niet heel gedoofd en het podium stond al onder zweet. Zo ook de festivaltent, want deze mannen razen als een sneltrein over je heen. Centraal als rots in de branding blijft zanger Ian dicht bij zijn microfoon en centraal op het podium. Zijn stem heeft in veel songs een ietwat vervormde versterking, een beetje zoals een handluidspreker. Dit komt de muziek ten goede, want het geeft een heel dynamisch gevoel. Contrabas en gitaar, ze leven op steroiden, want ze verslijten zowat een paar schoenen per concert lijkt het. Een wervelende show vol beweging zonder adempauze, met gitaar, harmonica, double bass en stuwende drums. Zoals Voodoo Swing (Ge)Varenwinkel vanaf de start het lont aan de schenen legde, zo sloten The Nightporters af. Van een feestelijke bom gesproken !
Vrijdag 24 augustus 2012…. In de ‘rootstown’ tent was een eerste optreden van Chilly Willy (in de originele bezetting) voorzien tussen Dusty Dollar en Big Pete en een tweede vlak voor Shemekia Copland.
Op de ‘main stage’ kon Pieter van der Pluym, alias Big Pete ons eveneens overtuigen. Met zijn cd ‘Choice Cuts’, die op het Amerikaanse Delta Groove label werd uitgebracht, gooide hij zowel hier als in de States hoge ogen.
Big Pete kon voor die cd op de medewerking rekenen van zwaargewichten zoals Kim Wilson, Rob Rio, Jimi Bott, Kirk Fletcher, Rusty Zinn en Alex Schultz. Zijn begeleiders waren vrijdagavond anders ook niet mis, met Sander Kooyman op gitaar, Erkan Ozdemir (bas) en ‘Wuff’ Maes aan de drums. Bij nummers als ‘Driftin’ van Lester Butler en Billy Boy Arnold’s ‘Wish You Would’ klopte de samenwerking met de band als en bus en bij ‘Chromatic Crumbs’ ging Big Pete even zijn helden William Clarke en Kim Wilson achterna.
Shemekia Copeland was de afsluiter op vrijdagavond. De nieuwe ‘Queen Of The Blues’ kwam zo nu en dan, geholpen door slide gitarist Willie Scandlyn, erg stevig op de proppen.
De band van Shemekia Copeland was trouwens ijzersterk met Arthur Neilsen (gitaar), Kevin Jenkins (bas) en Morris Roberts (drums). De goed in het vlees zittende, maar feitelijk wel mooie Shemekia had het publiek duidelijk mee en dit resulteerde in hoogtepunten zoals ‘Dirty Water’, Never Going Back To Memphis’, ‘Mississippi Mud’ en ‘Ain’t Gonna Be Your Tattoo’ die laatste twee uit haar nieuwste cd ’33 1/3’
Zaterdag 25 augustus 2012… Op het hoofdpodium waren ondertussen Johnny Masto & Mama’s Boys verschenen en zij waren klaar voor een dampende set ruige blues uit Los Angeles. Johnny Mastro blies zich de ziel uit het lijf op harmonica en kreeg daarbij dekking in de rug van Smokehouse Brown (gitaar en zo nu en dan lekker vettige slide gitaar), Michael Hightower (bas) en Gery Furgerson (drums).
Ze begonnen er in de hoogste versnelling aan met ‘ Tonight We Ride’. Hun nieuwste cd ‘Luke’s Dream’ is een schot in de roos en driekwart van de titels op die plaat werden er zaterdag in een sneltreinvaart doorgejaagd. Johnny Mastro & Mama’s Boys veroorzaakten opwinding met songs als ‘Junker’s Blues’ ‘Knee High’, ‘Spider’ en om af te sluiten ‘Temparature’, want die was inmiddels flink gestegen in de tent.
Varenstore All Star Band zou wel iets met (ge)varenwinkel te maken kunnen hebben.Deze puike gelegenheidsband was samengesteld uit ‘Sax’ Gordon Beadle (zang en sax), Raphaël Wressnig (orgel), Matvas Pribojsski (harmonia), Enrico Crivallaro (gitaar) en Lukas Knöfler (drums).
Sax Gorden trok de show op gang met het swingende ‘Have Horn Will Travel’. Vervolgens kon ieder bandlid naar hartelust soleren op het breed uitgesmeerde ‘Slivovitz For Joe’. Daarna was het tijd om Finis Tasby op het podium te roepen. De man deed zijn ding met zijn zwarte hoed en donkere bril, gezeten op een barkruk, want de ouderdom begint bij deze Westcoast artiest stilaan door te wegen.
En toch liet Finis Tasby horen dat hij ooit een sublieme zanger was en hij werkte zich heel dapper doorhen songs als ‘Rainy Night In Georgia’, ‘Mean Old World’ en ‘I Don’t Want No Woman’. Het publiek trakteerde hem dan ook op een warm applaus.
Ana Popovic is nog steeds haar bloedmooie zelf. Ze richt haar carrière steeds meer op de States, waar ze vaste grond onder de voet heeft.
Maar nu en dan is mooie Ana toch nog op doortocht in Europa met een Europese band waarvan Ronald Jonkers (bas), Michèle Papadir (keys) en Stephane Avellandor (drums) deel uitmaken.Ana Popovic bracht de fans in vervoering met het stevig rockende ‘Count Me In’ en het zwoele ‘Unconditional’. Ana Popovic wordt steeds maar beter en beter.
Ronnie Baker Brooks moest de kers op de taart worden van dit schitterend tweedaags festival. En of hij dit is geworden! Het publiek at gewoon uit zijn hand. Ronnie Baker Brooks, zoon van Lonnie Brooks, gaf tot nu toe drie cd’s uit, ‘Golddigger’, ‘Take Me Witcha’ en ‘The Torch’. De meeste songs die hij bracht kwamen uit die cd’s.
Hij veroverde het publiek met klassiekers als ‘The Blues Is All Right’, ‘I Just Wanna Make Love To You’ en het instrumentale ‘Hideaway’. Ik was de tel kwijt geraakt hoe dikwijls de menigte Ronnie Baker Brooks heeft teruggeroepen, maar mijn oren tuiten nog steeds als ik aan het applaus terug denk. Hij plaatste een uitroepteken achter zijn show met nummers van Aerosmith en Lenny Krevitz. De signeersessie die op de show volgde werd begrijpelijkerwijs een overrompeling.
Zaterdag 28 augustus 2010… Watermelon Slim and The Workers, zagen wij persoonlijk reeds meerdere malen live aan het werk en nog nooit heeft deze man en zijn Workers ons ontgoocheld. We zagen hem dan ook liever wat hoger op de affiche prijken. Samen met Ronnie McMullen op gitaar, Cliff Belcher aan de bas en drummer Chris Stovall Brown, verkeerde Bill Homans alweer in grote doen.
Het zo herkenbare sissend stemgeluid is zo passend bij deze muziek, dat het wonderingswaardig een herkenningstune wordt. Natuurlijk vloeiden hier heel wat nummers uit hun pas verschenen album ’Ringers’. De Vietnam veteraan, ex-watermeloen kweker -vandaar zijn nicknaam- en ex truckdriver, heeft de blues in zich, maar waagt zich uiteindelijk toch aan countrygetinte uitstapjes. Slim’s karakteristieke slidewerk en bluesharp komen zo uit zijn hart. Vol passie en met een juiste gedrevenheid zijn ‘He Went To Paris’ of ‘No Way To Reach Nirvana’, overheerlijke pareltjes. ‘So Light And Hard Country in een overheerlijke countryparel, waar Moe Bandy alvast fier op terug blikken mag. Plots smeet Watermelon Slim zijn bottleneck die hoogte in, de kleinood bleef weliswaar hangen in de spots. Hilariteit allom, hij bewees algauw meerdere exemplaren te bezitten en belde ook nog eens doodleuk naar Muddy Waters met zijn mobieltje.’ Hi, Muddy, I Take To You In The Hotel’…Wat een heerlijke kerel, die Watermeloen Slim.
Meer dan dertig jaar en 9 albums later was Rick Estrin het vocaal stemgeluid en harpblazer bij Little Charlie and The Nightcats. Toen Charlie het muzikaal aspect voor bekeken hield en zijn gitaar aan de symbolische haak hing, nam Estrin gezwind het commando over. Samen met Lorenzo Farell op bas, J. Hansen met de drumvellen en de Noorse gitaargod Kid Andersen serveert Estrin rauwe rockende bluesnummers, die fel gekruid worden met overheerlijke swing en jump akkoorden.
Wij waren hier al een tijdje onder de indruk van hun nieuwe release ‘In Twisted’, maar nu wisten ze ons ook live meer dan te overtuigen. Estrin is een geweldige mondharmonicaspeler, die naast een soulvol stembereik ook nog eens een briljante songschrijver is. Samen met The Nightcats entertainen ze ons zoals geen andere partyband dit kan. Vooral het swingende ‘P.A. Slim Is Back‘ maar vooral ‘Back From The Dead’, waar Kid geweldige gitaarriffs tevoorschijn tovert, bracht meerdere bluesfans in beroering. Net als de slowballade ‘Take It Slow’ en ‘Catchin ‘Hell’, een verademing die hier ook duidelijk werd geapprecieerd. ‘Earthquake’ was dan weer een surfrock getinte song, die tot bewegen aanmoedigde. Rick Estrin and The Nightcats brachten een betoverende set, die hier alvast ook zijn cd-verkoop gevoelig deed stijgen, en terecht als je het ons vraagt.
Tijd om eindelijk wat vrouwelijk schoon op ons los te laten. Meena en Shakura S’Aida komen beiden uit de Duitse Ruff Records stal van Thomas Ruff. Meena zagen wij onlangs nog schitteren in Zaal De Korenbloem in Zingem, dus wisten we ongeveer wat wij ook hier mochten verwachten.
Opnieuw voor de volle 100% gooide Meena haar volle gewicht in de schaal. En dan hebben wij het niet over haar gewicht maar over haar fantastisch stemgeluid. Deze Oostenrijkse schone doet ons meerdere malen terugdenken aan de gouden jaren van Janis Joplin. Met meeslepende songs zoals ‘Put Your Hands Out Of My Pocket’ en ‘Just As I Am’ en met het traditioneel op de setlist prijkende ‘I’d Rather Go Blind’, voor de gelegenheid geleend bij Etta James, zorgde Meena voor meerdere kippenvel momenten. Dennis Palatin op drums en Roger Innes met de zes snarige baslijnen begeleiden na Meena ook Shakura S’Aida die werd geboren in Brooklyn, New York, maar opgroeide in Zwitserland en gehuisvest is in Toronto, Canada.
Begeesterd met een hemels stemgeluid heeft S’Aida in haar thuisland alvast en terecht een hoog aanzien. Soul, blues en zelfs een flinke scheut funk, zoals op ‘Walk To The Door’, zijn een vast onderdeel van haar knappe set. Onlangs registreerde Shakura haar tweede album ‘Brown Sugar’ op het gerenommeerde Ruff Records label.
Het Blues & Roots Festival van GeVarenwinkel was er alweer een om in te kaderen. Met steeds een goed doel voor ogen, een heel knappe en professionele organisatie met een fijn uitgekookte programmatie, behoord dit festival tot de toppers in ons klein vaderland.
Tekst: Ivan Van Belleghem, Philip Verhaege
Foto’s: Philip Verhaege
Met dank aan (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival