Festival Review: Duvel Blues, zaterdag 25 mei 2024 – Ruisbroek, Puurs

Duvel Blues, zaterdag 25 mei 2024 – Puurs, St.Amands

We zijn alweer aanbelandt in het laatste weekend van mei. Heel wat blues liefhebbers trekken dan massaal op muzikale bedevaart richting Puurs. En dat niet alleen voor zijn geestrijke Duvel….maar voor het Duvel Blues Festival. Een traditie die ook wij graag in ere houden, en dit voor een 21ste editie ! Bestemming is ook deze keer de terreinen in en rond Jeugdhuis Kabal. Dit jaar heeft de organisatie misschien wel zijn meest eclectische affiche ooit samengesteld. Naar goede gewoonte hadden ze ook dit jaar gekozen voor twee podia. Naast de ‘grote tent’ werd, net zoals vorig jaar trouwens, de Kabalzaal omgeruild voor een tweede concerttent. Een nieuwe troef, want de Kabalzaal bleek uiteindelijk een veel te kleine locatie. Dit alles bleek ook dit jaar alweer de juiste keuze. Duvel Blues anno 2024 was dan ook alweer een meer dan geslaagde editie. Laat daar alvast geen twijfel over gestaan!

Tekst en Fotoalbum: Philip Verhaege


We openen vroeg op de middag in de grote tent met Barrel Aged Moonshine. Een groep van eigen bodem, een band uit de streek. Deze achtkoppige formatie swingt zich doorheen een heerlijk repertoire, een opus dat omringt is met blues, moddervette rock-‘n-roll en dat fijn streepje jazz. Na het muzikaal intermezzo verraste de band vrijwel meteen met  ‘Stollin’ With Bone’, origineel van T-Bone Walker en een jazzy ‘Satellite’, een nummer uit het rijkelijke songbook van Colin James. Met Jackie Brenstons ‘Rocket 88’divergeerde de setlist. Van ‘I Put A Spell On You’, jawel die Screamin’ Jay Hawkins klassieker en C.W. Stonekings ‘The Love Me Or Die’ ging het naar het swingende ‘The Blues Walk’. Barrel Aged Moonshine, dat is lekker buiten die muzikale lijntjes kleuren…

Voor Ralph de Jongh moesten we verhuizen van stage. Onze Noorderbuur mocht daar als eerste zijn instrument inpluggen. Vaak is dit een ondankbare taak, maar niet voor een doorwinterde bluesartiest als Ralph De Jongh. Hij, winnaar van de Dutch Blues Challenge, hij die heel wat langspelers op zijn palmares heeft, hij die al even snel en vlotjes switcht van zijn dobro naar de akoestische tegenhanger, hij die heerlijke en hemelse Mississippi blues tevoorschijn tovert. Ralph trok zijn houten klompen aan. Tim Birken Holz op gitaar mocht zich uitleven in ‘Wild Horses’, die Flying Burrito Brothers song, grootgemaakt door The Stones. Ralph weet dan ook als geen ander hoe een optimaal sfeertje te creëren. Samen met Nico Heiligers op bas en drummer Arie Verhaar zette hij dan ook gezwind nummers als ‘Sweet Darling’ en ‘Sing That Blues’ vlotjes naar de hand. Leuke en gevarieerde set….

De Noord-Ierse bluesdiva Kaz Hawkins stond vroeg geprogrammeerd in de grote tent. Ze won ooit de European Blues Challenge én heeft ook hier een vintage outfit aan die sterk aanleunt bij die fifties rock-‘n-roll. Die Celtic Rhythms accorderen strak aan bij haar soul en blues gebeuren. Haar songs kleuren vaak donker, haar zwart verleden vol van misbruik, depressies en zelfmutilatie leunt daar dan ook vaak tegenaan. Maar blues is een healer. En dat blijkt ook uit haar laatste langspeler ‘Until We Meet Again’. Kaz heeft mooi volk meegebracht. Bluesboner Stef Paglia bleek, naast die Franse ritmesectie met Julien Boisseau op bas, Amaury Blanchard op drums en keyboardvirtuoos Cédric Le Goff, alweer de ideale bandleider te zijn. Het werd enigszins gospel met ‘Pray’ uit haar langspeler ‘My Life And I’. Kaz schoudert de akoestische gitaar voor het swampy ‘Drink With The Devil’, het werd funky in ‘It Ain’t You’ en van het swingende ‘Get The Jack From The Bottle’ ging het naadloos naar de blues ballade ‘Because You Love Me’. Kaz houdt wel van enige interactie met haar fanbase en zet ook gezwind het sexy ‘Phenomenal Woman’ in de steigers. Hell yeah!

Nathan Bell stond twee keer geprogrammeerd in de tweede concerttent. Hij die gezapig Americana vermengt met opwindende akoestische bluesklanken en alt. country. Bell mêleert wel makkelijk zijn melancholieke vocalen met gitaar en mondharmonica. Met de langspeler ‘Traitorland’, de titelsong van zijn twee langspeler diept hij opnieuw zijn gitaar op, net zoals in ‘Jezus Of Gary Indiana’ én ‘Goodbye Brushy Mountain’, dat hier een rijkelijke structuur meekreeg. En ook de boodschap uit ‘The White Collar Workman Blues’ kwam hier wel heel hard binnen. Nathan Bell blijft een krachtige en enorm vermakelijke eminentie in zijn liveperformen.

Elliott James Murphy is afkomstig uit Long Island, New York City. De in 1949 geboren muzikale trouvère groeide op in de buurt van Garden City en zette zijn eerste vingerzettingen  op gitaar sinds zijn twaalfde. Met zijn eerste band ‘The Rapscallions’ won hij in 1966 de New York Battle Of The Bands. Long time friend Bruce ‘The Boss’ Springsteen noemt Murphy zelfs zijn ‘bloodbrother’. Nu kwam Elliott Murphy, singer-songwriter, onvervalst rocker, troubadour en onvermoeibaar tourbeest samen met de Franse gitaarwizard en ‘compagnon de route’ Olivier Durand én The Murphyland Band met drummer Alan Fatras én violiste Melissa Cox de grote tent omverblazen. Elliott Murphy heeft sinds zijn debuutplaat ‘Aquashow’ uit 1973 meer dan veertig albums uitgebracht,  en naast zijn klassieke nummers kregen we hier ook een selectie songs uit zijn nieuwe album ‘Wonder’.

Openen doet Murphy met een van  zijn grootse succesnummers ‘Last Of The Rock Stars’ en ‘Not Enough Time’ uit 2007. De titeltrack van die schitterende release ‘Green River’ slaat nog steeds gensters, en ook ‘Methaphysical Moments’, uit ‘Just A Story Of America’ is haast poëzie. ‘Sunlight Keeps Falling’ kwam dan weer uit dat laatste album ‘Wonder’, net als ‘Deco Dance’ uit 1976 is. Elliott putte existent uit zijn rijk gevulde songbook. De viola van Mellisa geven de nummers een andere structuur, een andere dimensie. Het blijkt bijwijlen wel een vernieuwde muzikale trant. En de jukebox sloeg verder aan met ‘Fix Me A Coffee’, ‘You Never Know  What Your In For’, het mooi geconstrueerde ‘On Elvis Presley’s Birthday’ en ‘A Touch Of Kindness’. Met Gerswin’s ‘Summertime’ als uitsmijter genoten we van een legendarische showcase.

Tom Rigney & Flambeau zijn allang geen onbekend meer op Duvel Blues. Ze prijken eerder op de affiche in 2022 en 2016 met hun ‘red-hot blues & cajun gekruide’ showcase. Fiddler Tom Rigney was ooit lid van The Sundogs, maar met zijn overstap naar Flambeau leunde hij dichter aan tegen de Cajun muziek die Louisiana rijk is. En dan hebben we nog Boogiewoogie pianiste Caroline Dahl in de band. Zij kreeg de handen op elkaar met haar swingende ‘Caroline’s Boogie’. Tussendoor genoten we van een beklijvende ‘House Of The Rising Sun’, maar vooral van Tom’s vioolvirtuositeit in songs als ‘Drivin’ That Thing’. Ontdekten we de zydeco spirit in ‘Maman Rosin’, en dat contrasteerde met de bluesslijper ‘Rigo’s Blues’, vonden we Iers folk terug in ‘Guinness And Gumbo’, werd JJ Cale’s ‘Call Me The Breeze’ betovert met zydeco grooves, om tenslotte het dansfeest af te sluiten met het geweldige ‘Jambalaya’ en ‘Swamp Beat Boogie’. Mardi Grass in Duvel Blues, Et Toi…!

Voor Eden Brent verhuisden we een laatste keer van stage. Brent is een meer dan begaafde boogiewoogie pianiste uit Greenville, Mississippi. Bluesmuziek en missies zijn altijd hand in hand gegaan, vooral in het diepe zuiden, en ook hier in de kleine tent. En dit alles weerspiegeld zich ook in haar lyrics. Maar is ze meer dan dit alles. Het album ‘Ain’t Got No Troubles’, op het label Yellow Dog Records uit 2010, werd opgenomen in New Orleans, daarin is dé invloed van de Crescent City te horen. De langspeler ‘Jigsaw Heart’ daarentegen werd geboren in Nashville en draagt ​​die country-and-western vibe van die stad met zich mee. En dan is er nog de Memphis-sound, met zijn SUN en Stax Studio’s. Deze drie steden zijn dan ook de rode draad doorheen haar rijkelijke klankkleur. Dat is ook de manier waarop Brent op Duvel Blues haar stijl naadloos in elkaar laat overvloeien. Van enigszins enkele croonersongs zoals ‘Watch The World Go By’ gaat Eden naar die boogiewoogie sound met ‘Just Because I Love You’ en ‘Mississippi Flatland Blues, toch wel haar trademark. Na zes jaar studiostilte verschijnt volgende maand het album ‘Getaway Blues’. Red Hot Mama….

SaRon Crenshaw zagen we eerder schitteren op Blues Peer én in een niet zo ver verleden in Hookrock . Zijn concerten accorderen vaak een intieme feeëriek. De 63-jarige SaRon Crenshaw groeide op in Passaic County, New Jersey. Zijn vader kocht een eerste gitaar voor zijn 8ste verjaardag, en met B.B. King als voornaamste muzikale mentor is hij een autodidact gitarist. Sinds hij in de jaren ’70 zijn opwachting maakte in de bluesscene in en rond New York, heeft SaRon voldoende respect en accolades bijeen gespeeld om in 2011 in de Blues Hall of Fame opgenomen te worden. Geen klein (Duvel)bier dus op Duvel Blues! Zijn showcase is een grote jamsessie. Bart Kamp met de baslijnen, drummer Frank Duinham en Erwin Risbourg op Hammond openden met een uitgesponnen instrumentale. ‘Build For Comfort’ en ‘Baby, Why Are You So Mean?’ waren volgende hoogtepunten in een best gezellige blues-minded set. Crenshaws warme stem en unieke gitaarstijl zijn de belichaming voor zijn showcase. Duvel Blues was alweer een topeditie. Op met zijn allen naar 24 mei 2025…

Met dank aan Duvel Blues…

Tekst en Fotoalbum: Philip Verhaege


Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.