FESTIVALINFO – PICTURES
De weergoden steken nu al het ganse voorjaar hun tong uit naar iedereen die een buitenactiviteit wil organiseren. Gust Meeus en zijn medewerkers mochten dus al blij zijn dat de twaalfde editie van Duvelblues in droge omstandigheden mocht verlopen. De schrale temperatuurtjes moesten we er maar bijnemen.
De twaalfde editie van Duvelblues was er nochtans een die mocht gezien en gehoord worden.
Onze noorderburen van Twelve Bar Blues Band mochten op het grote podium de spits afbijten. Jan J Scherpenzeel of JJ Sharp (zang, harmonica), Kees Dusink (lead en slide gitaar), Patrick ‘Sideburn’ Obust (bas) en ‘Wild’ Marcel Bakker (drums) kweten zich naar behoren van die taak. De soundcheck met ‘I Want To Hug You’ van John Lee Hooker liet al het beste verhopen. Met het funky ‘You Gotta Move’, ‘Key To Your Heart’ en de lang uitgesponnen hulde aan de overleden blueshelden die ‘E-mail From Heaven’ werd gedoopt, vonden gemakkelijk de toegang tot het stilaan aanzwellend publiek.
Op hetzelfde podium werd er daarna plaats gemaakt voor een project dat nu pas uit de steigers komt en onder de naam The Guitar Collection zijn weg naar het publiek moet vinden.
The Guitar Collection staat overigens bol van het bluestalent en herbergt ronkende namen zoals Bill Roseman (zang, gitaar), ex- Blue Blot lid Marty Townsend (Zang, gitaar), Chris Peeters, gekend van de Laatste Showband, (zang, gitaar), Bart Buls (bas) en Ivo Opdebeeck (drums). Zij scoorden bij het publiek met enkele eigen nummers zoals ‘Keep On Movin’’ en met de hulde aan Luke Walter Jr., ‘I.R.S. Blues’ .
De jongens van The Guitar Collection graaiden ook met hun linkerhand in de rock-‘n-roll grabbelton en kwamen daaruit met vlijmscherpe versies van soms vergeten pareltjes naar voren. Zo werden hits als het onverwoestbare ‘Copperhead Road’ (Steve Earle), ‘Turn You Loose’ (Otis Redding), Maybellene (Chuck Berry) en ‘I Go Crazy (James Brown) aan een oppoetsbeurt onderworpen.
Het leek mij dan ook de normaalste zaak van de wereld dat dit concert uitmondde in een bisnummer. Hierbij werd gekozen voor ‘The Spider And The Fly’, ook al niet zo’n voor de hand liggend nummer van The Rolling Stones.
Zo rond 17u30 mochten we voor het eerste onze schreden naar de Tiendenschuur richten, waar Michael Jerome Browne ons opwachtte voor een eerste set van vijfenveertig minuten. De tweede set vond plaats tussen 22u30 en 23u15. In de beide gevallen mocht Michael Jerome Browne rekenen op heel wat bijval en een klaterend applaus vanwege het talrijke publiek. Michael Jerome Browne werd geboren in South Bend, Indiana en woont al sinds mensenheugenis in het Canadese Montreal, maar zijn muziek klinkt alsof hij uit de staat Mississippi komt. Hij zoekt heel duidelijk de conversatie met het publiek op met nummers als ‘The Road Is Dark’ en ‘Black Top’ waarbij hij uitdrukkelijk naar Charley Patton verwijst.
Michael Jerome Brown vertelde daarbij dat hij heel wat songs samen met zijn echtgenote schrijft. Zij zorgt trouwens voor het merendeel van de teksten.
Inmiddels had ik trek gekregen in een heerlijke hamburger maar had daarbij in het geheel niet verwacht dat ik aldus zoveel bijval zou oogstten bij de plaatselijke hondenbevolking.
Op het hoofdpodium hadden Eric ‘Guitar’ Davis en de band van Luca Giordano de zware kannonnen in stelling gebracht. We hadden Eric ‘Guitar’ Davis al eens eerder op het Chicago Blues Fest en in Buddy Guy’s aan het werk gezien en telkens waren we zwaar onder de indruk van ‘s man kunnen gekomen. Het was dan ook met hooggespannen verwachtingen dat ik voor het podium had postgevat. Eric ‘Guitar’ Davis heeft die verwachtingen op geen enkel ogenblik beschaamd. Naarmate het optreden vorderde kwam de gitaarwizard steeds maar beter onder stoom. Het publiek smulde van de gitaarduels tussen Eric ‘Guitar’ Davis en Luca Giordano. ‘Have You Ever Been Mistreated?’ en ‘If You Love Me Like You Say en ‘Supersticion’ van Stevie Wonder deden de tent op haar grondvesten daveren.
Het duurde wel eventjes voor aleer Eric ‘Guitar’ Davis uit zijn cd materiaal begon te putten, maar hij maakte dit ruimschoots goed met ‘Trouble Makin’ Man’, ‘Eew-Wee’ en ‘Young Man Singing The Blues’.
De fans schreeuwden luidkeels om een bisnummer en Eric ‘Guitar’ Davis voldeed aan dit verzoek met een medley van ‘Sweet Home Alabama’ en ‘Sweet Home Chicago’.
De Tiendenschuur was in feite te klein voor een klepper als Eric Bibb, maar de uitstekende akoestiek maakt alles goed. De uit New York afkomstige Eric Bibb is reeds lang geen onbekende meer voor de bluesliefhebbers. Hij bracht niet alleen prachtig nieuw werk zoals ‘Dig A Little Deeper In The Well’ en ‘I Heard My Angel Sing’ maar ook songs uit zijn beginperiode, met name ‘Needed Time’ en ‘Don’t Ever Let Nobody Drag Your Spirit Down’.
Eric Bibb kreeg hierbij heel wat steun van Michael Jerome Browne op slide gitaar en dobro en dit resulteerde in een over verdiende staande ovatie van de vele liefhebbers. De opmerking ‘Dit is het beste dat er ooit in de Tiendenschuur werd opgedist’ was niet van de lucht.
De uit Kansas City afkomstige broertjes Nick (gitaar) en Chris Schnebelen en hun zusje Daniëlle vormen samen een trio dat momenteel steeds maar meer bekendheid verwerft onder de naam Trampled Under Foot. Een naam die ze haalden bij Led Zeppelin en de gelijknamige track op hun lp ‘Physical Graffiti’. Samen met Eric ‘Guitar’ Davis mogen we Trampled Under Foot aanzien als de nieuwe jonge wolven in de blues en het strekt Gust Meeus tot eer dat hij zijn nek uitsteekt voor jong talent.
Trampled Under Foot vloog er op het hoofdpdium meteen frontaal in en Daniëlle zette haar klep meermaals wijd open bij songs als ‘Last Time I Fool Around With You’, ‘Goodbye’, ‘Love My Baby’, ‘Leave This Town’, ‘Killing Floor’ en ‘Start It Up’. ‘Een mooie versie van Bob Dylan’s ‘Don’t Think Twice It’s All Right’ diende als mooi ingepast rustpunt.
Een bisnummer kon dan ook niet uitblijven en alles werd nog eens extra uit de kast gehaald met een verschroeiende versie van Led Zeppelin’s ‘Rock ‘n’ Roll’. Je zou van minder gaan denken dat Trampled Under Foot fans van Led Zeppelin zijn…
Top of the bill was Otis Taylor en ook hij leverde een fel gesmaakt optreden af, zij het dan iets subtieler dan zijn voorgangers. Otis Taylor is uit de opnamestudio’s niet meer buiten te krijgen want op pakweg een jaar tijd verschenen twee nieuwe albums van hem met name ‘Contraband’ en ‘My World Is Gone’. Twee albums waaruit hij voor zijn optreden rijkelijk putte met ondermeer ‘Huckleberry Blues’ en ‘Banjo Boogie Blues’, waarbij hij zijn ‘electric banjo’ aan het publiek voorstelde. Otis Taylor ging ook terug in de tijd met ‘Rain So Hard’ een track uit zijn fantastische cd ‘White African’ uit alweer 2001.
Een mooie kers op een ijzersterke affiche en we vingen, met zoveel verse bluesvitaminen op zak, vermoeid maar welgezind de lange terugtocht naar Geraardsbergen aan.
Gust Meeuws en zijn medewerkers mogen alvast volgend jaar op onze aanwezigheid rekenen op een hopelijk zonovergoten dertiende editie van hun prachtig festival.
IVB
One comment
Reacties zijn gesloten.