THE ZOMBIES – URIAH HEEP (review)

The Zombies – Uriah Heep
La Madeleine, Brussel
7 november 2018
Tekst : Laurent Rens


Het optreden van The Zombies zou stipt om 19.30 uur beginnen en dat was ook zo. Ik betrad de zaal La Madeleine (Brussel) om 19.34 uur en het tweede nummer werd reeds ingezet.

De Zombies aan het werk horen is een speciale ervaring die iedere rockjournalist éénmaal in zijn leven zou moeten meemaken, om ooit te kunnen zeggen dat hij getuige was van pure rockgeschiedenis. Deze topper uit de jaren zestig (jawel !) klonk zodanig strak, afgewerkt en helder, dat menig toeschouwer zich afvroeg of headliner Uriah Heep dit zou kunnen overtreffen.

R-1796128-1243885476.jpeg

The Zombies trakteerden ons op een memorabel optreden en menig toeschouwer ging figuurlijk door de knieën voor het ongelooflijk zangtalent van de 73-jarige Colin Blunstone. Hij was één van de oprichters van The Zombies in 1964. Hits zoals She’s not there, Tell her no en het sublieme Time of the season ontsproten uit zijn muzikaal brein.

Als toemaatje gaf Colin nog een adembenemende versie ten goede van Old and wise, een nummer dat hij in 1984 schreef met Alan Parsons Project. Tijd om te pauzeren en even te kijken naar het publiek. Als prille vijftiger was ik ongeveer de jongste aanwezige…. Ik vroeg me af hoe deze bompa’s de volgende geluidsgolf gingen doorstaan. Zonder veel toeters en blazers ging het licht uit en stapten Mick Box and co het podium op.


In tegenstelling tot vele oude rockbands, al dan niet op hun retour, ramde Uriah Heep een aantal nieuwe nummers de zaal in alsof het klassiekers waren. Opvallend was de enthousiaste manier waarop het publiek het nieuwe werk omarmde. Zanger Bernie Shaw (ex Grand Prix en Praying Mantis) kreeg al vlug de zaal op zijn hand, met leuke bindteksten en vooral door zijn ongelooflijk down-to-earth gedrag. Het werd zelfs bijna melig toen hij iedereen geruststelde met de woorden: “don’t worry guys, the old stuff is coming…”. Maar als een band haar 50ste verjaardag viert is het woord old heel relatief.

uh-2560x984_preview-7246cc647a

Toen Mick Box (ondertussen toch ook al 71 jaar) als derde song van de set het zwaardere To scared to run de zaal injoeg stonden een aantal oldies te kijken alsof het om nieuwer werk ging. Ondergetekende herkende één van de betere nummers van het in 1982 uitgebrachte album Abominog (met o.a. het prachtige Is that the way that it is). Tja, hoe een song die 36 jaar oud is als new stuff werd aanzien.

Maar ja, het was allemaal wel begrijpelijk toen kort daarna de bijna vijftig jaar oude klassieker Gypsy werd aangevat met een prachtige keybord-intro van toetsenman Phil Lanzon (ex Grand Prix, The Sweet en Lionheart). Een boom van een vent met heuse Ritchie Blackmore allures. Gypsy Queen is het verhaal van een 17-jarige verliefde jonge man. De vader van zijn uitverkorene liet hem gevangen nemen en geselen… en toch gaf de jongen niet op: “One day I will go to him, Strong enough to fight and win. The kind of a man… That he’ll understand”. Dat waren nog eens teksten. Wie denkt dat Manowar de eersten waren om met wilde charges hun vijanden te verpletteren, moet maar eens naar The lady in Black luisteren: “I begged her, give me horses, to trample down my enemy. So eager was my passion to devour this waste of life.” En dat voor een slow !

logo

Als ik een song moet aanstippen die werkelijk voor kippenvelmomenten zorgde dan zou ik zeggen dat de versie van July Morning het meest aangrijpend was. Na al die jaren kunnen nummers nog klinken, doch niet meer gezongen worden als weleer, en dan is het aan de band om via compositie en arrangementen deze nummers in een hedendaags kleedje te steken en aan het stembereik van de lead vocalist aan te passen. Ook dit is klasse. Zonder uitstekend slagwerk en baslijnen kun je vandaag geen enkele band nog goed laten klinken. Dit euvel werd uitstekend verholpen door drummer Russel Gilbrook. Deze uitstekende studiomuzikant werkte onder meer met Cozy Powel, Tony Iommi , Van Morrison en Tobias Sammet. Met deze laatste nam hij het Metal Opera project Avantasia op. Aan de linkshandige bas speelde de werkelijke piepjonge Davey Rimmer. Hij wordt pas volgende maand 50 jaar ! Rimmer (ex Zodiac Mindwarp) is de vervanger van de in de 2013 overleden Trevor Bolder, long time bassist bij Uriah Heep.

En hoe verging het met onze bompa’s in de zaal? Begrijp me niet verkeerd, maar het publiek was in den beginne nogal tam. Niet omdat zij het optreden matig vonden, oh neen, zeker niet, maar enkel omdat de botten wat roestig waren en ze duidelijk niet meer gewoon waren om naar optredens te gaan waar songs uit volle borst worden meegezongen. Tegen deze ouderdomskwaaltjes bestaat gelukkig een fantastisch medicijn : BIER ! In tegenstelling tot de aberrante prijzen van zowel Vorst Nationaal als de AB kostte een halve liter (de favoriete drank van zestigers op een rockconcert) hier amper vier euro. Geef toe, vier euro voor twee pintjes in het centrum van Brussel in een chique zaal, dat viel echt goed mee. Een uitstekend optreden en dito bediening door pronte deernen die amper geboren waren toen Uriah Heep hun vijfde reünie aankondigden begin jaren 2007-2013 (het post Lee Kerslake tijdperk) hielpen zeker om de leden van de prostaatclub in hogere sferen te brengen.

Het bier vloeide rijkelijk en het enthousiasme evenzeer. Met songs als The WizzardStealin en The lady in Black keerden we terug naar die oude sfeer van Vorst Nationaal  waar we tijdens onze jeugd naar menige hardrock- en metal-band gingen kijken. Als afsluiter nog een kleine anekdote. Toen we in the eighties naar Brussel afdaalden om een hardrock optreden mee te maken bestond het publiek vooral uit Franstaligen. Op het einde van het concert – met het oog op een bisnummer – zongen die steevast dat zelfde “Oh-O-O-Oooh-Oh”. Pas véél later kwam het Engelse “We want more” op de proppen. Toen Uriah Heep, na The lady in black het podium verliet, hoorde ik voor het eerst in eeuwen deze oude Oh-o-o-Oooh-ho tonen schuchter door de zaal galmen. Het was duidelijk dat een deel van het publiek niet meer mee was en toen werd er maar een Belgisch compromis gesloten en werd het meezingdeuntje La-la-laaa-lalalaaa-lalala uit The lady in black gezongen om de groep tot een toemaatje te vragen. Dit kwam er met een amazing versie van Easy Livin’. Einde relaas en iedereen meer dan tevreden naar huis en keep on living easy folks.


Tekst : Laurent Rens.